zaterdag 20 mei 2017

Werkgelegenheid bezorgt nieuwe kabinet hoofdpijn

Werkgelegenheid bezorgt nieuwe kabinet hoofdpijn

Vandaag, 07:00 Willem Vermeend en Rick van der Ploeg

Op dit moment behoort Nederland tot de best draaiende economieën van Europa en ook de vooruitzichten zijn nog zonnig. Deze week meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek dat de werkloosheid is gedaald tot 5,1% van de beroepsbevolking. Vier jaar geleden lag dit cijfer nog rond de 8,5%. En er zijn op dit moment nog geen signalen dat deze daling stokt, maar wel dat de kans groot is dat het nieuwe kabinet dat nu wordt geformeerd, te maken zal krijgen met een afkalvende werkgelegenheid.
Het valt ons op dat de huidige formatie vooral wordt belemmerd doordat partijen elkaar op verschillende gronden uitsluiten en door partijen, zoals de PvdA, die voor de oppositie kiezen. Als argument voert PvdA-leider Asscher aan dat zijn partij door de kiezers is afgestraft en dat de winnaars moeten gaan regeren. Dat is een valide argument, maar als langs die weg de formatie niet lukt dan komt er een moment waarop het landsbelang aan de orde wordt gesteld.
Asscher zal dan een nieuwe afweging moeten maken. Als hij in dat geval niet aan formatietafel wil plaatsnemen, zal hij duidelijk moeten maken dat hij weloverwogen voor de oppositie kiest. Die keuze leidt er toe dat we van hem en zijn partij nog maar heel weinig zullen horen. Met negen oppositie-zetels in de Tweede Kamer telt de PvdA politiek niet meer mee en mag Asscher heel blij zijn als hij soms pagina 4 van de kranten haalt. Uit onze ervaringen in politiek Den Haag weten wij dat het dan oorverdovend stil wordt.

Arbeidsmarkt

Het nieuwe kabinet zal geen stilte kennen. Nederland staat er met een sterke economie goed voor, maar er zijn meer dan genoeg problemen die om een oplossing vragen en volop de media zullen halen. Daarbij gaat het om maatregelen waarmee knelpunten op de arbeidsmarkt worden weggenomen, maar ook nieuwe regelingen voor onze pensioenen en het zorgstelsel. Daarnaast zal de nieuwe ploeg een harde dobber hebben aan het klimaatbeleid, de hervorming van het belastingstelsel en het formuleren van een adequaat antwoord op de klachten van boze en ontevreden kiezers die vooral op de PVV en de SP hebben gestemd. Maar het ziet er naar uit dat werkgelegenheid in politiek Den Haag hét centrale thema zal worden.

Digitaal zet alles op zijn kop

Wereldwijd is er sprake van een snelle opmars van digitalisering en nieuwe technologieën, zoals kunstmatige intelligentie en robots, aangeduid als Economie 4.0. Deze ontwikkeling zet alles op zijn kop. Ook in Nederland. Overheden, maar ook veel bedrijven zijn op deze revolutie niet voorbereid. Ze leven nog in de oude wereld van 3.0 die geschiedenis is en dat leidt tot verkeerde beslissingen. De afgelopen jaren hebben we daarvan voorbeelden gezien, zoals het omvallen van V&D en de recente problemen bij Blokker.
Het nieuwe kabinet moet de oude economie achter zich laten en het beleid baseren op de nieuwe Economie 4.0. Dat zal er vast toe leiden dat de grootste vakbond in ons land de FNV zal afhaken en dat er minder gepolderd gaat worden. Daar moeten we niet wakker van liggen. Deze bond met een vergrijzend en dalend ledenbestand leeft nog in het verleden en wil met een robotbelasting automatisering tegenhouden en beseft niet dat zonder automatisering het Nederlandse bedrijfsleven op de wereldmarkten niet kan overleven.
Inmiddels zijn er veel studies verschenen over de effecten van 4.0 op de werkgelegenheid en ook over de snelheid waarmee banen worden weg geautomatiseerd. Bij een automatisering die geleidelijk verloopt kan de toenemende vergrijzing voorkomen dat er een tekort aan werk ontstaat voor werkzoekenden. Bij een snelle automatisering zal er sprake zijn van een overaanbod van mensen die werk zoeken. Deze ontwikkeling heeft ook gevolgen voor de loonontwikkeling. In verschillende sectoren zou dit kunnen leiden tot lonen die minder stijgen of zelfs dalen.

Automatisering kost veel banen

De uitkomsten van studies over de invloed van de digitale revolutie verschillen sterk, maar op één punt zijn ze het eens; de komende tien jaar wordt er een groot aantal banen weggeautomatiseerd. De ramingen voor de meeste landen variëren tussen 10%-40% van het huidige aantal banen. Daartegenover staat een groei van banen in de zogenoemde smart industry, maar het is onzeker of die voldoende compensatie biedt. Bovendien is er op de Nederlandse arbeidsmarkt sprake van een mismatch, waardoor een deel van deze groei niet ingevuld kan worden door mensen met de vereiste kwalificaties.
Nederland telt in totaal 8 miljoen banen voor werknemers. Hoewel er verschillende ramingen in omloop zijn, wordt verwacht dat circa 10% van deze banen door automatisering verdwijnt en dat voor 25% er grote veranderingen optreden in de taken. Nu al zien we dat administratieve functies in het middenkader worden overgenomen door slimme softwareprogramma’s. Deze ‘automatisering’ raakt ook onderdelen van werkzaamheden die in hogere functies worden verricht, zoals in de financiële sector, maar ook op het medische en juridische vlak. Een deel van de taken wordt overgenomen door ‘zelfdenkende' computers. Ook zal in verschillende bedrijfssectoren het aantal robots toenemen.

Aanpak in regeerakkoord

Aan de formatietafel doen de onderhandelaars er verstandig aan uit te gaan van een snelle automatisering en de gevolgen daarvan. Dit betekent in ieder geval dat we in Nederland onze onderwijs- en om- en bijscholingsprogramma’s moeten uitbreiden en versnellen richting 4.0. Maar dat is onvoldoende. We hebben een integrale aanpak nodig, waarbij de sociale aspecten en nieuwe werkgelegenheid een plaats moeten krijgen. Het ligt voor de hand deze op te nemen in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet.