Geen klimaatbelastingen, technologie moet onze aardbol redden
Vandaag, 07:00
Willem Vermeend en Rick van der Ploeg
Het toekomstige klimaatbeleid is een belangrijk punt op de
formatietafel. Vooral GroenLinks en D66 zijn voorstander van een
ambitieuze aanpak. Dat is hard nodig, want Nederland behoort in Europa
tot de achterblijvers. Bovendien zijn de afgesproken maatregelen in het
zogenoemde
Energieakkoord voor duurzame groei, dat voor Rutte 2 de
marsroute was voor de periode tot 2023, onvoldoende om te kunnen voldoen
aan het wereldklimaatakkoord van Parijs.
In de Franse hoofdstad is december 2015 tussen 195 landen
en de EU afgesproken dat aan het einde van deze eeuw de opwarming van
de aarde beperkt moet blijven tot ruim onder de 2 graden Celsius. Met
een mix van maatregelen, zoals energiebesparing en de vervanging van
fossiele energie door duurzame energie, moet rond 2050 de uitstoot van
broeikasgassen met 80-95% zijn verminderd. Dat gaat ons land met het
bestaande beleid, dat gekenmerkt wordt door belastingmaatregelen en
subsidies, niet halen. Als we kijken naar verkiezingsprogramma’s waarin
het klimaatbeleid aan de orde komt, dan zijn vooral belastingen
populair.
GroenLinks spant de kroon met klimaat- en milieumaatregelen die tot
een lastenverzwaring voor burgers en bedrijven leiden van in totaal 18
miljard. Tegenover deze verzwaring staat voor burgers een compensatie,
zoals een verlaging van de loon- en inkomstenbelasting. Gezinnen krijgen
per saldo een netto lastenverlichting. Bij de klimaatmaatregelen van
GroenLinks gaat het onder meer om de invoering van een kilometerheffing
voor personenauto’s, bestelwagens, en vrachtwagens, het afschaffen van
belastingvrije reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer, het verhogen van
de bijtelling voor onzuinige auto’s, de invoering van een
verpakkingsbelasting en een minimumprijs voor de CO2-uitstoot voor
bedrijven. Deze lastenverzwaringen zijn bedoeld als een prikkel voor
burgers en bedrijven om minder energie te gebruiken.
De nadelen zetten we hier kort op een rijtje. Bij de invoering van een milieu- of klimaatbelasting of verhogingen daarvan treedt het beoogde effect alleen op als het om een forse lastenverzwaring gaat. Zo zien we dat alleen bij hoge heffingen op het verkeer het aantal gereden kilometers afneemt. Maar dat effect is tijdelijk. Al snel treedt er ‘gewenning’ op en wordt er weer meer gereden, zeker door het zakelijk verkeer waarbij de lastenverzwaring, waar mogelijk, wordt doorberekend. Bovendien werken deze heffingen onredelijk uit; werknemers die dagelijks naar hun werk moeten worden extra gestraft. Bij milieubelastingen is niet alleen de geringe effectiviteit een probleem maar ook dat deze lastenverzwaring voor een belangrijk deel wordt afgewenteld op werkgevers in de vorm van hogere loonkosten. En dat kost banen. Daar komt nog bij dat het compenseren van milieubelastingen via een verlaging van de loon- en inkomstenbelasting tot grote verschillen leidt bij de plussen en minnen voor huishoudens en tot uitvoeringsproblemen voor de fiscus.
Een nieuw kabinet kan zonder de inzet van schadelijke belastingen niet alleen de afgesproken klimaatdoelstellingen halen, maar tegelijk ook onze economie met een groene technologie impuls extra laten groeien. Dat kan door samen met het bedrijfsleven volop in te zetten op investeringen in technologieën die bijdragen aan de vervanging van fossiel door duurzame energie. De komende kabinetsperiode heeft het kabinet daarvoor vele miljarden beschikbaar.
Nadelen
Voor het behalen van de afgesproken klimaatdoelstellingen rijst de vraag of belastingen in de vorm van “strafheffingen” wel het juiste en meest effectieve instrument zijn. Praktijkervaringen in ons land en andere landen wijzen uit dat de beoogde structurele effecten in het algemeen beperkt zijn en dat aan deze heffingen een waslijst aan nadelen kleven. Deze zijn in Nederland al eerder aan de orde geweest bij de grote belastingherziening van 2001. Vergroening van ons belastingstelsel was daarbij een belangrijk punt. Wij waren daarbij nauw betrokken en hebben een groot aantal belastingopties de revue zien passeren.De nadelen zetten we hier kort op een rijtje. Bij de invoering van een milieu- of klimaatbelasting of verhogingen daarvan treedt het beoogde effect alleen op als het om een forse lastenverzwaring gaat. Zo zien we dat alleen bij hoge heffingen op het verkeer het aantal gereden kilometers afneemt. Maar dat effect is tijdelijk. Al snel treedt er ‘gewenning’ op en wordt er weer meer gereden, zeker door het zakelijk verkeer waarbij de lastenverzwaring, waar mogelijk, wordt doorberekend. Bovendien werken deze heffingen onredelijk uit; werknemers die dagelijks naar hun werk moeten worden extra gestraft. Bij milieubelastingen is niet alleen de geringe effectiviteit een probleem maar ook dat deze lastenverzwaring voor een belangrijk deel wordt afgewenteld op werkgevers in de vorm van hogere loonkosten. En dat kost banen. Daar komt nog bij dat het compenseren van milieubelastingen via een verlaging van de loon- en inkomstenbelasting tot grote verschillen leidt bij de plussen en minnen voor huishoudens en tot uitvoeringsproblemen voor de fiscus.
Concurrentie
Bij de invoering van milieubelastingen speelt ook de internationale concurrentiepositie van Nederland een rol. Hoge klimaatbelastingen die in andere landen niet worden geheven, kunnen hier leiden tot minder bedrijven en lagere bedrijfsinvesteringen. Ook heeft Nederland last van grenseffecten met België en Duitsland. Dat zagen we een aantal jaren geleden bij onze accijnsverhogingen op autobrandstoffen. Ook het fiasco met onze vliegtax (ingevoerd in 2008 en afgeschaft in 2009) is een schoolvoorbeeld van een ‘domme’ belasting. In de praktijk is de enige belasting die een bedrage kan leveren aan het halen van de klimaatdoelstellingen een wereldwijde hoge C02-belasting die bedrijven prikkelt tot innovatieve groene investeringen en energiebesparingen. Maar die komt er niet, zelfs binnen de EU is er geen meerderheid voor. Nederland zou een poging kunnen doen een Europese kopgroep te formeren. Maar het beste voor ons land en ook voor het behalen van de klimaatdoelstellingen is het afzien van belastingmaatregelen.Innovatieve technologie
Het staat nu al vast dat onze aardbol niet gered kan worden met belastingheffing, maar alleen met innovatieve technologieën, zogenoemde doorbraaktechnologie waarmee fossiele energie wereldwijd zo snel mogelijk wordt vervangen door duurzame energie. Innovaties hebben er al toe geleid dat de kostprijs van vooral zonne-energie, de energiebron van de toekomst, fors is gedaald. Met de inzet van de nieuwste technologie gaat de prijs nog verder omlaag. Bovendien zijn we dankzij nieuwe technologieën inmiddels ook in staat om een schone waterstof economie op te bouwen. Deze ‘bouw’ kan met miljarden investeringen in onderzoek en ontwikkeling en de inzet van technologische hoogstandjes en slimme infrastructuur versneld worden. Nederland moet hier koploper worden. De internationale autosector speelt op deze ontwikkeling al in. Zo gaat een ruime meerderheid van de toonaangevende automotive bedrijven in de wereld ervan uit dat elektrische auto’s met een waterstof-brandstofcel de toekomst zijn. Accu-auto’s worden als een tussenfase gezien.Een nieuw kabinet kan zonder de inzet van schadelijke belastingen niet alleen de afgesproken klimaatdoelstellingen halen, maar tegelijk ook onze economie met een groene technologie impuls extra laten groeien. Dat kan door samen met het bedrijfsleven volop in te zetten op investeringen in technologieën die bijdragen aan de vervanging van fossiel door duurzame energie. De komende kabinetsperiode heeft het kabinet daarvoor vele miljarden beschikbaar.