Minister Asscher bereid tot meer geld voor werk-naar-werk
AMSTERDAM – Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is
bereid meer geld uit te trekken voor werk-naar-werk begeleiding, als de
vakbonden en werkgevers daar in het sociale overleg met hem harde
afspraken over willen maken.
Dit zegt hij donderdag tegen NU.nl, na positieve resultaten van een
proef met werk-naar-werk begeleiding waarvoor het Rijk tijdelijk
subsidie verstrekte.
Via negen verschillende projecten in het land werd daardoor 60
procent van de werknemers voor wie ontslag dreigde aan een nieuwe baan
geholpen, zo is donderdag bekend gemaakt.
Asscher geeft aan dat hij in zijn gesprekken met de werkgevers- en
werknemersorganisaties de mogelijkheid op tafel zal leggen het project
ook landelijk door te zetten.
Veel mogelijk
“Iedereen weet dat we nu in gesprek zijn met de sociale partners. Er ligt in ieder geval 250 miljoen euro op tafel. Ik
ben echter ook bereid om bestaande middelen om te dopen, als het
effectiever kan. Er is best veel mogelijk”, zo geeft hij de eerste
aanzet.
“Maar altijd op voorwaarde dat werkgevers en werknemers duidelijk de
eerste stap hiervoor zetten. Ik verwacht eigenlijk, dat werkgevers en
vakbonden hier ook grootschalig gevolg aan willen geven.”
In werk-naar-werk projecten krijgen werkgevers in plaats van het UWV
een grotere rol in het vinden van nieuw werk voor hun met ontslag
bedreigde werknemers.
Oudere werknemer
In het genoemde experiment investeerde het Rijk 2500 euro, van
werkgevers werd een zelfde bedrag gevraagd. Vooral oudere werknemers
werden begeleid.
Uit onderzoek naar het project, uitgevoerd door Capgemini en de
Universiteit van Tilburg, blijkt nu dat werknemers eerder aan een nieuwe
baan worden geholpen als vakbonden erg betrokken waren.
Werkgevers traden nog minder actief op. De onderzoekers
stellen dat voor het slagen van werk-naar-werk projecten een omslag in
het denken nodig is, waarbij alle betrokken partijen een andere houding
moeten aannemen.
“Op dit moment is de rol van sociale partners relatief gering. Er is
nog geen zicht op hoe zij in de praktijk invulling geven aan
werkzekerheid”, zo geven de onderzoekers Asscher een aanzet voor zijn
overleggen.
Afspraken
Asscher stelt tegenover NU.nl het vooral belangrijk te vinden goede
afspraken met de sociale partners te kunnen maken over
opleidingsmogelijkheden.
“In de arbeidsmarkt van de toekomst moet het veel normaler zijn dat
arbeiders zich blijven ontwikkelen”, aldus Asscher. “Werkgevers zouden
zich daar heel goed voor in kunnen zetten.”
“Naarmate je meer in werknemers investeert is het weer makkelijker om
ze op een andere plek te krijgen. Het is een cultuurverandering die we
heel erg nodig hebben”, aldus Asscher, die deze omslag binnen een paar
jaar denkt te kunnen bewerkstelligen.
Volgens Asscher zullen ook werknemers die niet onder een cao vallen
in de toekomst profiteren. “Afspraken tussen werkgevers en
werknemersorganisaties strekken verder dan de leden. Bij bewezen succes
zullen ook anderen zich aansluiten.”