maandag 12 november 2018

Italiaans recept voor het Nederlandse flexbeleid

 Oorspronkelijk gepubliceerd in www.socialevraagstukken.nl

Italiaans recept voor het Nederlandse flexbeleid

De overheid is bezig het verschil tussen vaste en flexibele contracten te verkleinen. Gaston van der Meulen wil nog een stap verdergaan: hef vaste en flexibele contracten op en maak één flexibele contract-soort met toenemende zekerheid. 
 

Op deze site is al veel geschreven over de negatieve gevolgen die de hoge mate van flexibiliteit in de Nederlandse arbeidsmarkt met zich meebrengt, bijvoorbeeld in de rubriek De Nieuwe Onzekerheid. Er is echter nog maar weinig gekeken naar de oorzaak achter deze ontwikkelingen, het grote verschil tussen vaste en flexcontracten.

Nederland heeft het grootste verschil in zekerheid tussen vast en flex

De Nederlandse arbeidsmarkt is uniek in de wereld door een erg groot verschil in bescherming voor werknemers tussen flexibele en vaste contracten. Ofwel, mensen met een vast contract zijn zeer goed beschermd tegen ontslag, ziekte, etc. Mensen zonder zo’n contract genieten hoegenaamd geen bescherming. Volgens onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is dit verschil in Nederland zelfs groter dan in alle andere Westerse landen.

Groot verschil maakt flexibel contract aantrekkelijk voor bedrijven

Het probleem met een groot verschil tussen vast en flexibel contract is dat bedrijven worden geprikkeld om zo lang mogelijk een flexibel contract te gebruiken, aangezien dit minder kost en minder risico’s met zich mee brengt.
Als het verschil maar groot genoeg is, zullen regels die een maximum aantal verlengingen van tijdelijke contracten vaststellen niet meer effectief zijn. Deze zullen behendig ontweken worden door andere slimme constructies. Ooit gehoord van schijn-ZZP of payrollwerknemers?

Verschillen tussen flexibel en vast verkleinen

Afgelopen voorjaar werd het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in balans op initiatief van minister Koolmees voor consultatie online geplaatst. De bedoeling van het wetsvoorstel is om het verschil tussen vast en flexibel kleiner te maken, en zodoende een nieuw evenwicht te vinden. Dit kan natuurlijk op twee manieren, oftewel door de bescherming voor vaste contracten te verminderen of die voor flexibele contracten aan te scherpen.
Koolmees probeert het allebei. In de eerste categorie vallen de voorstellen om het ontslagrecht te versoepelen, de transitievergoeding in te korten bij lange dienstverbanden en deze te compenseren in geval van ziekte of pensioen van de ondernemer, de proeftijd te verlengen van twee naar vijf maanden en de WW-premie te verlagen in het geval van vaste contracten.
Dat de arbeidsvoorwaarden gelijk moeten worden getrokken voor werknemers van een bedrijf en payrollwerknemers die ook voor dat bedrijf werken, betekent dat ook aan de tweede categorie is gewerkt in het wetsvoorstel.
Er kan dus worden geconcludeerd dat het verschil inderdaad wordt aangepakt, maar vooral door het vaste contract flexibeler te maken. Flexibele contracten blijven vrijwel onveranderd, en worden zelfs aantrekkelijker gemaakt omdat ze tot drie jaar verlengd zullen mogen worden in plaats van twee.

Contractbescherming vermindert productiviteit

Economen juichen een vermindering van contractbescherming over het algemeen toe. Dit heeft te maken met het feit dat contractbescherming de productiviteit van bedrijven op ten minste twee manieren afremt. Ten eerste omdat bedrijven door de contractbescherming minder dynamisch zijn, wat wil zeggen dat zij te weinig mensen aannemen in goede tijden (omdat ze bang zijn deze mensen niet meer te kunnen ontslaan in slechte tijden) en te veel mensen in dienst moeten houden in slechte tijden.
Ten tweede omdat werknemers die weten dat de kans klein is dat ze worden ontslagen minder gemotiveerd zijn om maximaal te presteren. Ook dit wordt in meerdere onderzoeken bevestigd.
Maar daar komt nog iets bij dat vooral voor Nederland relevant is: aangetoond is dat bedrijven die te maken hebben met een groter verschil in de mate van bescherming tussen vaste en flexibele contracten, meer flexibele werknemers in dienst hebben. En net als te veel vaste werknemers hebben zulke zeer flexibele contracten ook weer nadelen. Immers, tijdelijke werknemers moeten telkens opnieuw ingewerkt worden, en het is moeilijker om het werkproces te coördineren. Het is dan ook aangetoond dat bedrijven met een hoger percentage flexibele werknemers over het algemeen een lagere productiviteit hebben.
Zodoende lijdt dus niet alleen een hoge mate van bescherming tot lagere productiviteit, maar ook een te groot verschil tussen vast en flex. Om deze redenen is de keuze om het verschil te verkleinen door vooral de bescherming voor vaste contracten te verminderen hoopgevend voor de Nederlandse arbeidsmarkt, en op zijn minst een stap in de goede richting.

In plaats van vast en flex één soort contract

Er is echter een eenvoudige manier om écht een grote slag te slaan, en het verschil tussen vast en flex volledig op te heffen. Het idee is eigenlijk zo simpel: als je het verschil tussen twee soorten contracten wilt verminderen, moet je gewoon één soort contract maken. Transitievergoeding en ontslagprocedure kunnen dan gezamenlijk met de lengte van het contract oplopen.
Op deze manier is het contract in de eerste maanden flexibel en wordt dit langzamerhand aangevuld met meer bescherming. Je kunt dan regelen dat het tijdelijke contract niet hernieuwd mag worden, zodat het weer gebruikt gaat worden waar het voor bedoeld is. Dit maakt het systeem een stuk transparanter voor werkgever en werknemer, en zorgt voor een goede balans tussen bescherming en flexibiliteit.

Het Italiaanse voorbeeld

Onder economen circuleert het idee van een uniek contract al langere tijd. In 2008 maakten Tito Boeri en Pietro Garibaldi, twee Italiaanse economen, dit idee concreet. Volgens hun voorstel zou de eerste 3 jaar een flexibel ontslagrecht kennen, waarbij de werknemer recht heeft op 15 dagen transitievergoeding voor elke 3 maanden die hij gewerkt heeft. Vanaf het vierde jaar krijgt het contract automatisch de rechten die horen bij een vast contract.
In 2015 voerde de Italiaanse regering van Matteo Renzi als deel van een groter pakket arbeidsmarktmaatregelen (Jobs Act) een nieuw soort contract in. Dit is nog ver weg van dat wat Boeri en Garibaldi voorstelden, maar is wel gebaseerd op het idee dat er een vloeiendere overgang nodig is tussen vast en flex.
Het doel van de hervorming moet Nederlanders erg bekend in de oren klinken: het versimpelen van de regels op de arbeidsmarkt, het tegengaan van de wildgroei aan tijdelijke contracten, het geven van geleidelijk aan meer rechten aan nieuwe werknemers en het versoepelen van het ontslagrecht.
De gevolgen van dit contract met oplopende bescherming (a tutele crescenti) konden makkelijk gemeten worden, omdat het alleen beschikbaar werd voor bedrijven met ten minste 15 werknemers. Het aantal nieuwe tijdelijke contracten verminderde met 50 procent ten opzichte van de bedrijven die geen toegang hebben tot dit ‘flexibele’ vaste contract, terwijl er een flinke groei van vaste contracten plaatsvond.

Italiaans idee volgen

De Italiaanse hervorming was een stap in de richting van het voorgestelde unieke contract, maar het Italiaanse vaste contract kende voor deze hervorming helemaal geen oplopende bescherming. Daarom was de afstand naar het unieke contract dermate groot dat deze niet in een keer te overbruggen was.
Het Nederlandse vaste contract kent, in de vorm van oplopende transitievergoeding, al enige mate van progressiviteit. Is het mogelijk dat Nederland de stap naar een nieuw uniek contract wel in een keer kan overbruggen, en dat kabinet toch nog iets kan leren van een land met een werkloosheid van rond de 11 procent en de een na grootste staatsschuld binnen de Europese Unie?
Gaston van der Meulen studeert beleidseconomie aan de Tilburg University. Naast zijn master werkt hij voor de universiteit onder het Impact Team, wat zich bezighoudt met het vertalen van wetenschappelijke kennis naar oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.
Foto: Jonathan Webb (Flickr Creative Commons)