Column: Klimaatwet gaat winnaars opleveren
We mogen best waardering hebben voor de klimaatwet die zeven
politieke partijen deze week hebben gepresenteerd. In de politieke
geschiedenis is er sprake van een historische gebeurtenis. Ondanks het
feit dat ze alle zeven verschillende opvattingen over het klimaatbeleid
hebben, zijn ze er toch in geslaagd met een gezamenlijke wet te komen.
Deze week presenteerde een brede
coalitie van regeringspartijen en oppositiepartijen een ambitieuze
klimaatwet. De zeven partijen, GroenLinks, PvdA, CDA, VVD, D66,SP en de
ChristenUnie, spraken daarin af dat de uitstoot van CO2 in 2050 95%
lager moet liggen dan in 1990. Dat jaar moet er ook sprake zijn van een
elektriciteitsproductie die volledig CO2-neutraal is. Daarnaast omvat de
nieuwe wet ook het streven naar 49% minder C02-uitstoot in 2030 ten
opzichte van 1990. Deze doelstelling is ook opgenomen in het
regeerakkoord van Rutte III. Bij de klimaatwet gaat het om doelen. Als
die niet gehaald worden, worden er geen sancties, zoals boetes opgelegd
en belanghebbenden kunnen ook niet naar de rechter stappen om deze
alsnog af te dwingen. De ondertekenaars van de wet gaan ervan uit dat de
politieke partijen zich aan deze beloften zullen houden. Om die levend
te houden, wordt de vierde donderdag van oktober als ‘Klimaatdag”
aangewezen en moeten kabinetten eens in de vijf jaar met een klimaatplan
komen.
Geen maatregelen
De
wet bevat geen maatregelen en financieringsbudgetten om de afspraken te
kunnen uitvoeren. De opvattingen van de politieke partijen verschillen
zoveel van elkaar dat dit niet aan de orde was. Bovendien is afgesproken
dat de maatregelen worden vastgelegd in het zogeheten klimaatakkoord
waarover nog wordt onderhandeld tussen bedrijven en maatschappelijke
organisaties. Het is de bedoeling dat op 10 juli a.s. een voorlopig
akkoord op hoofdlijnen wordt gepresenteerd.
Reacties
De
klimaatwet heeft verschillende reacties geoogst die kort gezegd te
verdelen zijn in twee kampen. De initiatiefnemers zijn vol lof en hebben
het over de meest ambitieuze klimaatwet van de wereld (Jesse Klaver) en
Nederland als koploper van Europa. De milieuorganisaties zijn wat
zuiniger met hun enthousiasme, maar staan wel positief tegenover de wet.
Daarentegen zijn er ook critici die menen dat er sprake is van een
vrijblijvende afspraak die weinig om het lijf heeft en dan ook niets zal
opleveren. Deze kritiek was voorspelbaar, maar gaat voorbij aan het
feit dat de komende decennia, ongeacht de samenstelling van de
verschillende kabinetten, de afspraken tussen deze partijen iedere keer
weer op de politiek agenda blijven staan en dat partijen elkaar aan deze
beloften zullen herinneren. En dat geldt ook voor kiezersgroepen die
voorstander zijn van een goed klimaatbeleid.
Kortom,
de kritiek is te gemakkelijk en de critici zijn te somber. Ze beseffen
onvoldoende dat politiek Den Haag op dit terrein een huzarenstukje heeft
geleverd. Het is inderdaad politiek gezien historisch dat zeven
politieke partijen er in geslaagd zijn om gezamenlijk tot een klimaatwet
te komen die ertoe kan bijdragen dat Nederland snel de
klimaatachterhoede kan verlaten. Al jarenlang behoort ons land
wereldwijd tot de groep landen met de slechtste milieuprestaties.
Maatregelenpakket
Het
succes van de klimaatwet hangt af van het maatregelenpakket dat wordt
vastgelegd in het klimaatakkoord. Dat pakket moet bovendien voldoende
concreet zijn en mag niet bestaan uit vage scenario’s. Bij alle
maatregelen moet vooraf vaststaan welke bijdragen ze leveren aan het
realiseren van de klimaatdoelstellingen, wat de kosten zijn en wie de
rekening gaat betalen. In een eerdere column hebben wij erop gewezen dat
in veel landen, waaronder Nederland, de klimaatpakketten veelal
klassiek en ouderwets zijn. De kern is een forse verhoging van de
lastendruk op burgers en bedrijven, waarbij vooral de lagere inkomens de
rekening betalen. Daarnaast is er sprake van bureaucratische
(subsidie)regelingen met hoge administratieve lasten voor overheden,
burgers en bedrijven. Daardoor heeft het klimaatbeleid bij veel
bedrijven en burgers een slecht imago. Het wordt vooral beschouwd als
een beleid van lastenverzwaringen, extra voorschriften en nieuwe
bureaucratie.
Beste oplossing
De beleidsmakers van deze pakketten
gaan te veel uit van de oude economie (3.0.) en maken onvoldoende
gebruik van de nieuwe economie 4.0 die met behulp van digitalisering en
de inzet van nieuwe technologieën een belangrijke bijdrage kan leveren
aan het verminderen van de CO2-uitstoot en een versnelling van de
energietransitie van fossiel naar duurzaam. Internationaal geldt onder
economen als beste oplossing “de vervuiler” betaalt en dat kan via een
zogenoemde CO2-taks.
Maar deze taks
moet wel op Europese of wereldschaal worden ingevoerd om echt effectief
te zijn. In het verleden zijn al Europese concepten ontwikkeld, waarbij
de CO2-taks werd gecompenseerd met lagere winstbelasting, lagere andere
belastingen en lagere sociale lasten. Ze kregen onvoldoende steun. Rutte
III moedigt klimaatinvesteringen wel op een ander manier aan: door een
bodem in de CO2-prijs te garanderen bovenop de bestaande Europese
CO2-regeling (ETS).
Nationaal kan
het oude Europese concept wel een rol spelen ingeval er sprake is van
een geleidelijke invoering zodat bedrijven en burgers voldoende tijd
krijgen om de kosten van de CO2-taks te beperken of zelfs te voorkomen
dat ze deze belasting moeten betalen. Dat kan doordat ze voorafgaand aan
de invoering zelf voldoende eigen CO2-reductiemaatregelen nemen.
CO2-taks
Stel
dat Rutte III nu aankondigt dat er met ingang van 1 januari 2023 een
nationale CO2-taks wordt ingevoerd met compensatieregelingen dan zal dit
er zeker toe leiden dat veel bedrijven haast gaan maken met de inzet
van de nieuwste technologieën om er voor te zorgen dat ze in 2023 weinig
of geen CO2-taks hoeven te betalen.Voor Nederland levert deze oplossing
veel voordelen op. Een simpele regeling die effectief is en allerlei
bureaucratisch maatregelen overbodig maakt en bovendien nieuwe
technologie in ons land extra stimuleert.
Wij
verwachten, dat los van deze mogelijke taks, ook de klimaatwet zelf
bedrijven zal prikkelen om sneller dan voorheen met maatregelen te komen
om de CO2-uitstoot te verminderen. Politiek Den Haag heeft met de wet
een helder signaal afgegeven dat het menens is. Voor bedrijven die tot
de winnaars van de nieuwe economie willen behoren, geldt dit als een
extra aansporing om in het klimaat te investeren. Ze weten nu zeker dat
dit een goed rendement zal opleveren.