zaterdag 17 juni 2017

Geen algemene loonsverhoging, maar belastingverlaging voor werknemers

Geen algemene loonsverhoging, maar belastingverlaging voor werknemers

3 uur geleden Willem Vermeend en Rick van der Ploeg
 
Omdat onze werkgelegenheid en welvaart sterk afhankelijk zijn van de export naar het buitenland moet Nederland voorzichtig zijn met loonstijgingen. Te hoge lonen leiden internationaal tot een verslechtering van de Nederlandse concurrentiepositie in de wereld en daardoor tot minder export en kosten banen.  
 
Dit is een belangrijke reden waarom de afgelopen decennia het Centraal Planbureau (CPB) en De Nederlandsche Bank (DNB) warme pleitbezorgers waren van een gematigde loonontwikkeling. Deze week vielen zowel het CPB als DNB van hun geloof. De Nederlandse economie draait geweldig en in veel bedrijfssectoren nemen de winsten toe. Volgens deze gezaghebbende instellingen een goed moment om in het bedrijfsleven de lonen wat sneller te laten stijgen. DNB kwam al eerder met dit voorstel.

Al weer vier jaar geleden verraste Klaas Knot, president van DNB, politiek Den Haag en de sociale partners door te pleiten voor hogere lonen voor werknemers in de marktsector. Lonen zijn weliswaar een kostenpost voor bedrijven, maar tegelijkertijd de pijler voor koopkracht. De verwachting van het CPB en DNB is dat een hoger netto-inkomen voor werknemers de bestedingen stimuleert en dat is goed voor de groei van onze economie.

Loonaandeel neemt af

De bankpresident wees in 2013 ook op de zogenoemde arbeidsinkomensquote, het aandeel van het nationaal inkomen dat als loon naar werknemers gaat. De afgelopen decennia lag dit percentage doorgaans tussen 80-90%. Volgens recente gegevens is dit percentage gedaald tot ongeveer 74%. Deze trend zien we ook in andere landen. Lonen vormen een steeds kleiner deel van de economie of anders gezegd: de totale loonsom daalt als percentage van het nationaal inkomen. Bezitters van kapitaal, zoals beleggers, zien hun aandeel juist toenemen. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) wordt deze trend het komende decennium versterkt door snelle technologische veranderingen en globalisering. Loonsverhogingen zouden er toe kunnen bijdragen dat deze verdeling tussen kapitaal en arbeid evenwichtiger wordt, maar hebben ook nadelen. Knot kreeg voor zijn pleidooi toen veel bijval van economen en vanuit het linkerdeel van politiek Den Haag. Maar van de ondernemers en werkgevers in ons land kreeg de bankpresident de wind van voren. Ze waarschuwden dat een loongolf schadelijk is voor onze economie en veel banen gaat kosten, vooral bij het midden- en kleinbedrijf en zwakkere bedrijfssectoren.

Reacties

De reacties op de oproep van DNB en het CPB voor hogere lonen die we afgelopen week in de media zagen zijn niet verrassend. Werkgevers wijzen, minder fel dan vier jaar geleden, op de schadelijke kanten en op het gegeven dat in de sterkere bedrijfssectoren nu al hogere loonstijgingen zichtbaar worden. Vakbonden en hun politieke vrienden in Den Haag juichen de oproep toe. Daarnaast menen veel werknemers dat ze de afgelopen jaren door loonmatiging hebben bijgedragen aan het economisch herstel van onze economie en de opleving van het bedrijfsleven. Ze vinden daarom een verbetering van hun koopkracht niet meer dan redelijk. Die opvatting verdient steun, maar het is de vraag of een algemene loonsverhoging, bovenop de stijging in de cao’s die al geruime tijd rond de 1,5% ligt, de gewenste oplossing is. Wij menen dat dit risicovol is en zetten de bezwaren op een rijtje en komen met een betere methode om de koopkracht van werknemers te verbeteren.

Bezwaren tegen een algemene loonsverhoging

Bij het pleidooi voor hogere lonen wordt voorbij gegaan aan het feit dat Nederland wereldwijd nu al tot de kopgroep van landen behoort met de hoogste loonkosten, vooral vanwege de hoge werkgeverslasten en hoge belastingdruk op arbeid. Deze kosten moeten juist omlaag.
Door onze hoge belasting- en premiedruk levert een loonsverhoging voor werknemers netto weinig op en betekent voor werkgevers een torenhoge extra kostenpost. Een gemiddelde werknemer van wie het bruto maandloon met 100 euro wordt verhoogd, krijgt netto rond de 45 euro uitgekeerd. Onvoorstelbaar, maar waar; deze netto loonsverhoging van ‘slechts’ 45 euro leidt voor de werkgever tot een extra loonkostenpost van rond de 130 euro (100 euro bruto loon plus de werkgeverslasten (premies) over deze loonsverhoging).
Banen worden in Nederland vooral gecreëerd door kleine bedrijfjes, met minder dan 10 werknemers. Nu al zijn de hoge loonkosten een molensteen. Extra kosten betekent minder werkgelegenheid.
Bij extra loonsverhogingen waarvoor bij sommige bedrijven nu ruimte is, moet bedacht worden dat ze als loonkostenpost ook doorwerken naar de komende jaren. Draait een ondernemer dan wat minder goed dan is de kans groot dat op deze post bezuinigd moet worden en dat kost banen. Veel bedrijven willen daarom een extra structurele loonkostenverhoging voorkomen door jaarlijks te bezien of er ruimte is voor een extra uitkering aan werknemers.
Dat vanuit de politiek en adviesinstellingen wordt opgeroepen tot hogere lonen voor werknemers is niet gebruikelijk. De loonhoogte en andere arbeidsvoorwaarden worden in het Nederlandse bedrijfsleven vastgesteld op basis van onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers en veelal vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Daarbij wordt mede rekening gehouden met de financiële positie en winstgevendheid van de betrokken bedrijven. Door dit ‘maatwerk’ zien we in zwakkere bedrijfssectoren een lagere loonontwikkeling dan in sterkere sectoren. Dat is altijd zo geweest en pakt goed uit voor onze werkgelegenheid.

Belastingverlaging voor werknemers

Er zijn geen ‘bewijzen’ dat een sterkere loongroei goed uitpakt voor onze economie, werkgelegenheid en een eerlijke verdeling van koopkracht van werknemers op langere termijn. Hogere lonen brengen grote risico’s met zich mee die niet zomaar zijn weg te poetsen, zoals hogere prijzen, een extra loongolf en inflatie zonder extra banen.
De meest gunstige effecten voor onze economie, werkgelegenheid en de koopkracht van werknemers kunnen snel en simpel worden gerealiseerd door een aanpassing van de zogenoemde Tabel fiscale arbeidskorting 2017. We zeiden het al, politiek Den Haag gaat niet over de lonen in het bedrijfsleven, maar wel over deze tabel. Bovendien biedt de schatkist voldoende financiële ruimte om via deze tabel de koopkracht van werknemers te verbeteren. Het voordeel is ook dat zo een eerlijke verdeling van de koopkrachtverbetering mogelijk wordt die bij loonsverhogingen niet te realiseren is.