donderdag 7 mei 2015

Een verkrampte arbeidsmarkt voor ouderen. Wat te doen?

Column Rob Witjes
Een verkrampte arbeidsmarkt voor ouderen
Langzaam maar zeker trekt het herstel van de economie de arbeidsmarkt met zich mee. Op dit moment zijn het nog vooral jongeren die hiervan profiteren. Oudere werkzoekenden staan vaak achteraan in de rij. Een gebruikelijk patroon bij een zich herstellende economie en een aantrekkende arbeidsmarkt. De problematiek vraagt om een brede aanpak vanuit een integrale visie.

De arbeidsparticipatie onder ouderen heeft een enorme vlucht genomen. In de periode 2003-2014 steeg het aantal werkende 50-plussers van 1,5 miljoen naar 2,2 miljoen. De arbeidsparticipatie voor de groep 50-65-jarigen nam toe van 54 procent naar 66,7 procent. Ouderen vormen de grootste groep met een vast contract en hebben daarmee een grotere ontslagbescherming. Maar tegelijkertijd zie je bij deze groep over het algemeen een gebrekkige baanmobiliteit. En dat maakt hen extra kwetsbaar in geval zij hun baan verliezen. Oudere werknemers worden weliswaar minder vaak werkloos, maar als zij onverhoopt toch hun baan verliezen, dan is het lastig om weer een plek op de arbeidsmarkt te veroveren. Dit geldt zeker naarmate zij langer werkzoekend zijn en vanuit een (lang) vast dienstverband werkloos zijn geworden. Binnen de oudere leeftijdscategorie zijn het vooral de 55-plussers wier kansen klein zijn. Van de werkloze 55-plussers is momenteel 62 procent al langer dan een jaar werkzoekend.

Roep om drastische maatregelen

De laatste tijd gaan steeds meer stemmen op om het werkloosheidsprobleem onder ouderen drastisch aan te pakken. Zo vragen mensen op sociale media zich openlijk af waar toch de ‘ouderenambassadeur’ blijft. Enkele economen spreken zelfs over de noodzaak tot het treffen van onorthodoxe maatregelen. Natuurlijk gebeurt er al veel. Zo zet UWV netwerktrainingen in, verstrekt het scholingsvouchers en bestaat de mogelijkheid van een proefplaatsing. Ook kunnen ouderen – onder voorwaarden – vrijwilligerswerk verrichten. Van de Belastingdienst kunnen werkgevers die een werkzoekende van 56 jaar of ouder in dienst nemen, een premiekorting ontvangen. Ook gemeenten kunnen regelingen treffen voor oudere werkzoekenden.

Een drieledige aanpak

De problematiek van de verkrampte arbeidsmarkt voor ouderen vraagt echter een bredere aanpak. Daarvoor zijn drie soorten beleid nodig:
  1. Beleid dat gericht is op het vergroten van mobiliteitsmogelijkheden en de veerkracht van werknemers. Een vast contract mag werknemers niet passief maken. Het creëren van alternatieve loopbaanpaden moet werkloosheid zo veel mogelijk voorkomen.
  2. Beleid dat gericht is op het voorkómen van langdurige werkloosheid. Als werkloosheid onverhoopt toch intreedt, moet een werkzoekende zo snel en goed mogelijk op weg naar werk worden ondersteund. Een scherpe focus op kansrijke beroepen met bijpassende competenties kan daarbij de succeskans vergroten.
  3. Beleid dat gericht is op het bestrijden van langdurige werkloosheid. Als een werkzoekende toch langer dan 1 jaar zonder werk blijft, moet gerichte inzet plaatsvinden om de langdurige werkloosheid te bestrijden, inactiviteit te voorkomen en armoedeval tegen te gaan. Instituties zullen hun samenwerking hiertoe mogelijk nog verder kunnen intensiveren.
Vanuit een integrale visie

Arbeidsmarktbeleid vanuit een integrale visie op de ouderenproblematiek is dus onontbeerlijk. Dit leidt tot een aanpak die toekomstgericht is en verder kijkt dan alleen het bestrijden van de huidige werkloosheid. Daarbij kan het zeker de moeite waard zijn om te kijken naar allerlei ideeën die nu al de revue passeren, zelfs als deze het predicaat ‘onorthodox’ krijgen.

Rob Witjes, mei 2015


Rob Witjes
Manager
Arbeidsmarktinformatie UWV

Twitter: @RobWitjes



Klik hier voor de volledige UWV Kennisnieuwsbrief mei 2015 >>