zaterdag 25 oktober 2014

Amsterdam en Rotterdam. Verschillen in arbeidsmarkt?

Gaat het goed met de werkloosheid?

Als SollicitatieLAB volgen we de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt op de voet. Waarbij we soms in de cijfers duiken en iets verder kijken dan de oppervlakte. Onze analyses worden dan ook veel gelezen en gedeeld. In deze blog gaan we de ontwikkeling van de arbeidsmarkt volgen.

25 oktober 2014

Ajax en Feyenoord van de arbeidsmarkt



Het UWV heeft weer een rapportage uitgebracht over de arbeidsmarkt, Regio in Beeld 2014 met veel goede informatie over de arbeidsmarkt per regio. Niet alleen het aantal werkzoekenden, maar ook de werkgelegenheid per sector en misschien nog wel interessanter de ontwikkeling daarvan. Geeft een mooi beeld van kansen en bedreigingen m.b.t. de werkgelegenheid in de betreffende regio en input voor de lokale politieke agenda. Een waardevolle rapportage en een must voor elke wethouder werkgelegenheid en/of economische zaken

Amsterdam versus Rotterdam
We konden het niet laten om twee grote regio's met elkaar te vergelijken. Amsterdam en Rotterdam zijn verschillend maar dat geldt zeker ook voor de arbeidsmarkt.
In de arbeidsmarktregio Groot Amsterdam zijn er in totaal circa 792.000 banen Eind juni 2014 telt Groot Amsterdam 30.184 ww-uitkeringen. Dat is 5,0% van de Groot Amsterdamse beroepsbevolking, net iets onder het landelijke percentage van 5,4%.

 











In de regio Rotterdam Rijnmond bedraagt het aantal personen met een ww-uitkering 35.500, dat is 5,8 % van de Rotterdam Rijnmondse beroepsbevolking.

In Rotterdam Rijnmond zijn erin totaal  circa  606.000 banen. 
Om het beeld compleet te maken, in Nederland totaal zij er op dit moment circa 7.7 miljoen banen.

Compact versus gespreid
Wat direct opvalt is dat Rotterdam een compacte arbeidsmarkt heeft en Amsterdam een meer gespreide arbeidsmarkt. 
Voor beide steden geldt dat ze goed vertegenwoordigd zijn in het kwadrant rechtsboven (het groei kwadrant, goed vertegenwoordigd in de regio en groei verwacht).
 
In Amsterdam zitten maar liefst 6 sectoren in dit kwadrant en mag verwacht worden dat met name in de sectoren Zakelijke dienstverlening, ICT, maar ook in Groothandel, Horeca  en Verkeer en vervoer, de werkgelegenheid weer gaat aantrekken.

Voor Rotterdam geldt dat de typische Rotterdamse sector Verkeer en vervoer ook in het groeikwadrant zit, al is het maar net en dat de toename van de werkgelegenheid vooral uit de Zakelijke dienstverlening moet komen.

Krimp
Het goede nieuws voor Rotterdam is dat er eigenlijk geen sector is die in het zorgelijke kwadrant rechtsonder (krimp en oververtegenwoordigd de regio) zit. Voor Amsterdam geldt dit wel voor de sector Financiële dienstverlening. Het is o.i. zaak dat Amsterdam actie onderneemt om de teruggang in werkgelegenheid in de Financiële sector op te vangen.
Linksonder noemen we het Krimp kwadrant (krimp en onder-vertegenwoordigd in de regio). Dit kwadrant vraagt natuurlijk de continue aandacht. Al is Amsterdam in dit kwadrant helaas beter vertegenwoordigd dan Rotterdam. Met name de sectoren Zorg en Welzijn en Industrie behoeven extra aandacht om de werkgelegenheid in deze sectoren enigszins op niveau te houden

Kansen
Dan nog de sectoren in het kwadrant linksboven. We noemen dit toch maar het kansen-kwadrant. Voor de sectoren die zich hier bevinden wordt groei verwacht en zijn in de betreffende regio (nog) onder-vertegenwoordigd. Het lijkt logisch dat lokaal deze sectoren gestimuleerd gaan worden. Voor Amsterdam betreft het vooral de sectoren Onderwijs en Detailhandel.
In de rapportage Regio in Beeld zit ook een mooie afbeelding voor werkzoekenden. Namelijk wat zijn kansrijke beroepen op de korte en middellange termijn.
wordt vervolgd

Consumenten krijgen meer vertrouwen in een positieve ontwikkeling van de werkloosheid, maar is dat terecht?

24 juni 2014
Afgelopen week puliceerde het CBS nieuwe cijfers over het consumenten vertrouwen. Eén van de bevindingen was dat consumenten een stuk minder pessimistisch zijn over de ontwikkeling van de werkloosheid dan een paar maanden geleden, maar is dat terecht? 


In het 2e kwartaal van 2014 verwacht 27% van de consumenten dat de komende 12 maanden de werkloosheid nog duidelijk gaat stijgen en ook 27% verwacht dat de werkloosheid nog enigszins gaat stijgen. Niet in de grafiek, maar voor het volledige beeld, 24% denkt dat de werkloosheid de komende maanden gelijk blijft. 19% denkt dat werkloosheid gaat dalen en 4% weet het niet.
Alles bijelkaar is 54% van de consumenten op dit moment pessimistisch over de ontwikkeling van de werkloosheid. Geen fraai beeld, maar 1,5 jaar geleden (4e kwartaal 2012) was ruim 80% pessimistisch over de ontwikkeling van de werkloosheid. Dus wat dat betreft is het sentiment wel aan het veranderen, worden we minder pessimistisch.
Maar is dat terecht?
Begin 2009 hadden we ook een zeer pessimistische kijk m.b.t. de ontwikkeling van de werkloosheid, 88% verwachtte toen dat de werkloosheid het komende jaar zou gaan stijgen. Begin 2009 waren er overigens 'maar' 300.000 werklozen. De werkloosheid steeg in 2009 ook daadwerkelijk naar ruim 430.000 werklozen begin 2010.
Opvallend was wel dat het pessimisme over het blijven stijgen van de werkloosheid vanaf begin 2009 afnam.  Vergelijkbaar met de situatie nu. We hebben de overeenkomstige situaties maar even aangegeven met A en B in de grafiek. In 2010 daalde de werkloosheid ook enigszins naar net onder de 400.000 begin 2011.  De werkloosheid was daarmee overigens wel bijna 100.000 hoger dan in begin 2009.
Wanneer we nu kijken naar het afnemende pessimisme het afgelopen jaar (sitatuatie B in de grafiek) en de schijnaar tot staangebrachte stijging van de werkloosheid aan het begin van 2014, bekruipt ons toch een ongemakkelijk gevoel.

Visie op de arbeidsmarkt nodig
Het zal toch niet zo zijn dat het verleden zich gaat herhalen. We eerst een (verdere) stabilisatie/lichte daling krijgen, maar dat vervolgens de werkloosheid weer gaat stijgen zoals in het verleden is gebeurd?
Als dat namelijk waar is -en waarom niet- is het de hoogste tijd om een nieuwe visie op de arbeidsmarkt te ontwikkelen en te stoppen met het gevoel dat werkloosheid wel weer gaat dalen en de werkgelegenheid zich weer gaat herstellen.