De wereld wordt steeds complexer. Net
als bij het bestrijden van de griep is één enkel antivirus niet
meer afdoende. De moderne anti-griep-prik bestaat uit een cocktail
van veel voorkomende griepvirussen. Nu willen we de werkloosheid geen
griepje noemen, maar er is wel een cocktail van maatregelen nodig!
Waarom is een cocktail nodig?
Waarom er een cocktail van maatregelen
nodig is? Een blik op de situatie voor de verschillende
leeftijdscategorieën laat direct zien dat de situatie voor elke
leeftijd verschillend is. Dus ook in de aanpak zullen verschillende
sporen gevolg moeten worden.
Complementaire aanpak.
Uit bovenstaande blijkt dat er een
behoorlijke jeugdwerkloosheid van jongeren tussen de 15 en 20 jaar
zonder uitkering en jongeren tussen de 20 en 25 jaar met uitkering.
Ook is er een grote groep werkzoekenden tussen de 60 en 65 jaar met
een uitkering.
Van de groep werkzoekenden tot 25 jaar
zonder voldoende startkwalificatie, maar met aanleg voor techniek,
willen we koppelen aan een groep werkzoekende vaklieden tussen de 60
en 67 jaar. Een jongere zonder startkwalificatie wordt gekoppeld aan
een werkzoekende vakman en die in een meester – gezel verhouding
met elkaar of in kleine groepjes de jongere klaarstoomt voor de nog
steeds groeiende vraag naar vakmensen binnen de maakindustrie of
dienstverlenende industrie te denken valt aan loodgieters of
servicemonteurs.
Voor de financiering kan gedacht worden
aan de gelden die beschikbaar zijn om 55 plussers weer aan het werk
te krijgen (6500 euro per jaar gedurende 3 jaar) en gelden die
beschikbaar zijn om jongeren aan het werk te helpen en
scholingsgelden.
De bedrijven die in de toekomst een
groot tekort aan technici verwachten, zouden in dit project kunnen
participeren door de jongere en oudere medewerkers een tijdelijke
scholingscontract voor de jongere werkzoekenden en een tijdelijk
arbeidscontract voor de 60 + aan te bieden voor de duur van het
traject. Daarna hebben deze bedrijven als eerste het recht om deze
goed opgeleide jongere een arbeidscontract aan te bieden.
Het grote voordeel voor de oudere
werkzoekende is dat hij in staat is zijn kennis en vaardigheden over
te dragen aan jongeren. Veel oudere werkzoekenden hebben nu bijna
geen kans om weer een betaalde baan te vinden en voelen zich aan de
kant gezet.
Ook voor de Nederlandse economie zou
deze aanpak grote voordelen hebben. Men verwacht in 2017 een groot
tekort aan technici in Nederland van meer dan 130,000. mensen. Wij
verwachten niet dat de grote vraag naar technici hiermee volledig
wordt opgelost, maar wel dat dat er enige duizenden jongere technici
aan het werk kunnen komen.
Ook de kennis en vaardigheden die de
oudere werkzoekenden hebben, gaat hierdoor niet verloren. Deze kennis
en vaardigheden zouden wij ook in de toekomst wel eens hard nodig
kunnen hebben.
Aanpak werkloosheid
voor werkzoekenden 25-45 jaar
Voor deze groep
werkzoekenden is het vinden van een nieuwe baan misschien nog wel het
minst moeilijk. Veelal blijkt deze groep binnen de tijd van hun WW
uitkering een nieuwe baan te vinden, maar ook voor hen is het niet
makkelijk. In 2013 bleek ongeveer 50% binnen de duur van hun WW
uitkering een andere baan te vinden. De beste methode voor deze groep
om weer sneller aan een baan te komen lijkt Sollicitatielab de
mobiliteit binnen de werkenden te vergroten. De angst om hun baan te
verliezen zorgt ervoor dat deze groep werkenden blijft zitten waar ze
zitten, terwijl ondertussen ook bij deze groep de ontevredenheid over
hun huidige baan groeit. Juist in deze groep zie je het aantal
langdurig zieken met een burn-out sterk stijgen. Volgens ons is dat
een teken dat veel mensen hun werk niet meer zien zitten, maar uit
angst om hun werk en inkomen te verliezen, te lang in hun huidige
baan zijn blijven doorwerken.
Om de mobiliteit
binnen deze groep te verhogen, zou je een aantal maatregelen kunnen
bedenken. Voor de grote groep werkenden die hun huidige baan niet
meer zien zitten of het idee hebben dat zij niet geheel de juiste
opleiding hebben gevolgd, zou je beroepskeuzeadvies kunnen gaan
inzetten. In deze testen wordt aan hen duidelijk welke soort
banen/beroepen beter bij hen zouden passen en eventueel welke korte
opleidingen hiervoor nodig zijn. Je zou door gebruik te maken van
opleidingscoupons of beroepskeuzecoupons, deze groep de kans
moeten geven om te gaan zoeken naar banen die beter bij hen passen.
Voor de financiering zou eventueel de helft door werkgevers of
overheid en de helft door de werkende zelf.
De mobiliteit
binnen deze groep zou hierdoor veel groter worden. Er ontstaan dan
weer veel meer kansen voor de grote groep werkzoekenden, die weer
meer positief tegen de arbeidsmarkt gaan aankijken, omdat het aantal
vacatures stijgt. Daardoor zou ook de grote groep werkenden, die maar
op hun baan blijven zitten, omdat er weinig vacatures zijn,
aanmoedigen ook naar een andere baan te gaan zoeken.
Een andere methode
zou zijn om deze groep werkzoekenden te gaan omscholen naar
beroepen waar nog wel veel vraag naar bestaat. We hebben al gesproken
over het grote tekort aan technici, dat de komende jaren in Nederland
dreigt te ontstaan (130,000-150,000 mensen). Laten we nu een groot
gedeelte van de gelden die nu worden ingezet voor werkloosheid
trajecten en die volgens onderzoek van het programma EZ van 8 mei jl.
weinig of geen vaste banen opleveren, gaan inzetten voor de
omscholing van de werkzoekenden naar deze banen in de techniek. Stel
ze een jaar vrij van sollicitatieplicht, stuur ze weer naar school
met behoud van uitkering en na een jaar met een nieuwe kwalificatie
weer de arbeidsmarkt op.
Niet iedere
werkzoekende is in staat om in een technisch beroep in te stromen,
maar natuurlijk zal er ook in de toekomst vraag zijn naar meer
leraren en onderwijzers. Ook voor banen in de zorg zullen er in de
toekomst weer veel mensen nodig zijn. Wij pleiten er dan ook voor dat
er een goede inventarisatie wordt gemaakt naar de arbeidsmarkt van de
toekomst en we voor deze arbeidsmarkt, waar in de toekomst weer meer
vraag zal ontstaan, werkzoekenden te gaan opleiden.
De aanpak voor
werkzoekenden van 45-60 jaar
Voor
deze groep vanaf 45 jaar is na 3 maanden werkloosheid het al bijna
onmogelijk geworden om weer snel een nieuwe baan te vinden. Er
bestaan bij veel werkgevers de indruk dat deze werknemers te duur
zijn , dat ze niet meer flexibel genoeg zijn en dat ze niet snel
genoeg meer leren. Je ziet dan ook dat het voor deze groep
werkzoekenden de uitstroom uit de WW naar werk vaak niet meer dan 30%
is. Ongeveer 70% van deze groep gaat na de maximale duur van de WW
uitkering de bijstand in of stoppen met zoeken of gaan verder leven
zonder uitkering.
Er
is ook een grote groep van deze werkzoekenden die noodgedwongen ZZP'
er zijn geworden en dan zogenaamd niet meer werkloos zijn, maar
onvoldoende opdrachten/werk hebben en dus feitelijk ook werkloos
zijn. Deze groep wordt alleen niet meer in de statistieken van het
UWV meegenomen. Eventueel komen deze mensen wel weer in de bijstand
terecht en krijgen dan aanvullende bijstand.
De
problematiek bij deze werkzoekenden tussen de 45 en 60 jaar is
volgens ons het grootst. Bij deze groep hoor je steeds meer
geluiden dat ze buiten de maatschappij komen te staan en voelen zich
in de steek gelaten.
Zij
voelen zich ook in de steek gelaten door het UWV. Het UWV
hanteert de werkwijze dat de werkzoekenden die werkloos raken, eerst
zelf maar moeten gaan zoeken en dat zij doordat zij recente
werkervaring hebben, daar ook wel toe in staat zijn. Maar juist bij
deze groep werkzoekenden die hun baan verliezen na vaak jaren bij een
bedrijf gewerkt te hebben, maakt verlies van hun baan veel los. Het
rouwproces om het verlies van hun baan, leidt in veel gevallen
tot een periode van apathie. Voordat deze groep weer in staat is om
actief naar werk te gaan zoeken, is er vaak al een periode van 3
maanden voorbij. Hun kansen op nieuw werk, zijn dan al zoveel kleiner
geworden.
Juist
voor deze groep werkzoekenden, moet er vanaf de eerste dag dat ze
werkloos dreigen te worden, actieve begeleiding zijn door het UWV of
derden.
Deze
begeleiding zou in ieder geval moeten bestaan uit:
- begeleiding bij de rouwverwerking
- het opstellen van een cv van deze tijd, waarbij hun vaardigheden en kwaliteiten goed en actief worden beschreven
- het leren schrijven van goede motivatiebrieven
- leren netwerken
- beroepskeuze advies met eventueel een omscholing/bijscholingsplan.
Vanaf
dag een van hun werkloosheid moet met deze groep een individueel
plan van aanpak moeten worden opgesteld. Dat deze groep in hun
eerste jaar geen werkcoach ziet en pas na een jaar worden opgepakt,
werkt alleen maar boosheid en apathie in de hand. Met een goede en
meer intensieve begeleiding van werk naar werk, zou deze groep veel
meer gebaat zijn.
Deze
aanpak hebben wij ( De Weg naar Werk/Sollicitatielab) in opdracht
van het UWV Hoorn voor de groep werkzoekenden van de DSB bank in
december 2009 uitgevoerd en binnen 5 maanden na de start van de
training was meer dan 85% van deze mensen weer aan het werk.
Juist
voor deze groep werkzoekenden die nu buiten de boot dreigt te vallen,
moet er vanaf dag een een individueel plan van aanpak worden
opgesteld waarin de vragen worden beantwoord zoals die er zijn voor
deze groep
- Wil ik zelfstandig worden of niet?
- Welk beroep buiten mijn huidige beroep zou ik nog meer kunnen doen en zijn er vacatures te vinden ?
Conclusie
Wij
pretenderen niet om een sluitende aanpak voor het oplossen van de
werkloosheid te geven. Daarvoor is veel meer economische groei
nodig en een arbeidsmarkt beleid op langere termijn,
waarbij er veel meer aandacht is voor de banen van de toekomst en
welke opleidingen daarvoor nodig zijn en de aantallen studenten die
deze opleidingen volgen.
Wel
proberen we hiermee een aanzet te geven voor een aanpak voor
werkzoekenden die meer gericht is op de leeftijd van de werkzoekenden
en probeert weer meer mobiliteit in de arbeidsmarkt te krijgen voor
de werkzoekenden in de leeftijdsgroep 25- 45 jaar.
Ook
pleiten we voor maatwerk voor de grote groep werkzoekenden tussen de
45 en 60 jaar, die nu definitief buiten de boot dreigen te vallen en
waarbij we vanaf dag een van hun werkloosheid een individueel plan
van aanpak naar werk bepleiten, dat rekening houdt met de specifieke
wensen en behoeften van deze groep. Ze eerst een langere periode zelf
laten worstelen met het vinden van werk en pas als deze werkzoekenden
wanhopig, boos en de moed hebben opgegeven, ze te dreigen met
sancties als ze de moed hebben opgegeven en waardoor ze maar pro
forma blijven solliciteren. Ook met weinig kosten, is er voor deze
grote groep handvatten te leveren, waarmee ze op een eigentijdse
wijze een baan vinden of leren als ZZP' er weer in hun eigen
onderhoud te voorzien.
Amsterdam
10 mei 2014