Politiek mist beleid voor nieuwe arbeidsmarkt
Vandaag, 07:00
Willem Vermeend en Rick van der Ploeg
De verkiezingscampagnes zijn begonnen. Belangrijke thema’s zijn
zorg, immigratie, integratie, veiligheid, pensioenen, belastingen en de
arbeidsmarkt. In onze columns zullen wij deze onderwerpen onder de
loep nemen.
In de column van 7 januari jl. was dat ons zorgstelsel. We hebben we alle beschikbare cijfers en toekomstige ontwikkelingen op een rijtje gezet en geconcludeerd dat politieke partijen die beloven dat ze de zorgkosten voor burgers zullen verlagen en tegelijk de kwaliteit van de zorg willen verbeteren zich schuldig maken aan “kiezersbedrog”.
Onze conclusie: deze verhogingen zijn contraproductief, remmen de groei van de economie, vernietigen banen en verpesten het ondernemingsklimaat. Deze week gaat het over de arbeidsmarkt.
Flexwerk neemt toe
Nederland telt ruim 7 miljoen werknemers. Bijna 75% heeft een vast contract en 25% is flexwerker. Daarnaast zijn er ongeveer 1 miljoen mensen werkzaam als zzp’er. Volgens recente voorspellingen zal het aantal flexcontracten en zzp’ers blijven toenemen.Vooral door globalisering worden werkgevers geconfronteerd met extra pieken en dalen in hun omzet, waardoor vaste banen worden ingeruild voor flexwerkers. Zonder deze inruil kunnen veel bedrijven niet overleven en gaat er werkgelegenheid verloren.
Daarnaast krijgt Nederland te maken met een verdere opmars van digitalisering, automatisering en robotisering. Door deze technologische revolutie zal onze arbeidsmarkt ingrijpend veranderen. Wereldwijd worden bestaande functies weggeautomatiseerd.
Voor Nederland gaat het om 10%-30% van het totaal aantal banen. In studies wordt aangenomen dat dit verlies wordt gecompenseerd door nieuwe banen, vooral in de technologiesector. De praktijk in veel landen laat zien dat deze aanname, in ieder geval op de korte termijn, niet klopt.
De automatisering gaat veel sneller dan gedacht en mensen die hun baan verliezen, zijn veelal niet opgeleid om deze nieuwe (tech) functies te kunnen vervullen. Per saldo leidt deze ontwikkeling tot meer werkloosheid. De verkiezingsprogramma’s geven geen concrete oplossingen, terwijl de nadelige gevolgen van deze revolutie veel groter dan zijn dan die van internationale migratie en vrijhandel.
Vast werk bevorderen
Het kabinet Rutte 2 heeft de Wet werk en zekerheid (Wwz) van minister Asscher en de fiscale modelcontracten van Staatssecretaris Wiebes (de wet DBA) ingevoerd om vaste banen te bevorderen. Deze regelgeving is faliekant mislukt en de kans is groot dat een nieuw kabinet deze wetten direct naar de prullenbak zal verwijzen.Maar het heeft ook de opdracht onze huidige “ouderwetse’ arbeidsmarkt te moderniseren, zodat werkgevers en werknemers optimaal kunnen inspelen op nieuwe arbeidsmarkt die gekenmerkt wordt door digitalisering, automatisering en een scherpere internationale concurrentie. Bij deze modernisering is het nodig dat rekening wordt gehouden met het feit dat de overgrote meerderheid van de mensen in Nederland voorstander is van een vaste baan.
Overleven
Ondernemingen kunnen alleen overleven als ze naast vast personeel gebruik kunnen maken van een flexibele schil van flexwerkers en zzp’ers. Zonder deze schil gaat er in Nederland veel werk verloren. De afname van vaste banen wordt in ons land mede veroorzaakt door regelgeving.Nederlandse arbeidscontracten zijn inflexibel en erg duur. Vooral kleine ondernemers proberen vaste contracten te voorkomen vanwege de torenhoge werkgeverslasten (veelal 30% van het brutoloon) en de lange doorbetaling bij ziekte (meer dan 2 jaar).
Een nieuw kabinet ontkomt er niet aan deze knelpunten weg te nemen en moet tegelijk met adequate oplossingen komen die inspelen op de ingrijpende gevolgen van de nieuwe arbeidsmarkt. Daarbij gaat het om digitalisering, automatisering en een verdergaande mismatch waarbij er een groot tekort is aan mensen met een technische opleiding op alle niveaus.
Bovendien wordt een toenemend deel van de administratieve functies in het middenkader overgenomen door slimme softwareprogramma’s. Deze ‘automatisering’ neemt ook werkzaamheden van hogere functies over, zoals in de financiële sector en medische wereld waar steeds meer met ‘zelfdenkende' computers wordt gewerkt. Politiek Den Haag heeft nog geen adequaat antwoord op deze onstuitbare ontwikkeling en loopt dus achter de feiten aan.
Sociale arbeidsmarkt
Wie een arbeidsmarkt wil bevorderen die efficiënt maar ook sociaal is, zal de nieuwe arbeidsmarkt tot uitgangspunt moeten nemen. Overheid, werkgevers en vakbonden spelen bij de modernisering een gezamenlijke rol. Het nieuwe kabinet moet beginnen met een verlaging van werkgeverslasten en een beperking van doorbetaling bij ziekte. Dit is de beste methode om vaste banen te realiseren.Ook andere regelingen moeten worden herzien , zoals de werkweek, de pensioen- en AOW –leeftijd, en rechten op om- en bijscholing. Daarnaast is wetgeving nodig die het mogelijk maakt dat werknemers de vruchten plukken van automatisering en de inzet van robots.
De nieuwe arbeidsmarkt vraagt van werkgevers en werknemers cao’s waarbij flexibiliteit op de voorgrond staat en individueel maatwerk mogelijk wordt, bijvoorbeeld bij pieken en dalen in de omzet. De mismatch op onze arbeidsmarkt moet worden bestreden met onderwijs en om- en bijscholingsprogramma’s die inspelen op de revolutie op de arbeidsmarkt.
Einde onzekerheid
Ook studenten moeten zich veel beter oriënteren op de baankansen van hun studie. Wie 'verkeerd' is opgeleid, loopt het risico genoegen te moeten nemen met minder goed betaalde functies.Het nieuwe kabinet moet een einde maken aan de onzekerheid over de positie van zzp’ers. Ze zijn belangrijk voor onze economie. De veronderstelling van ‘tegenstanders’ dat deze groep geen bijdrage levert aan de financiering van het sociale zekerheidstelsel is feitelijk onjuist.
Als ondernemer scheppen ze hun eigen werk en betalen belasting over hun fiscale winst. Wel is het wenselijk voor deze groep een verplichte basisverzekering tegen arbeidsongeschiktheid in te voeren. Een eigen fiscaal en juridisch regime voor zzp’ers is onwenselijk.
Het zijn ondernemers en daarvoor gelden heldere fiscale criteria. Bepaald kan worden dat opdrachtgevers die gebruik maken van zzp‘ers ervan uit mogen gaan dat ze aan deze criteria voldoen. Mocht de fiscus achteraf constateren dat dit niet het geval is dan vinden er naheffingen en boetes plaats bij de zzp’ers en niet bij opdrachtgevers.