Actuele gegevens
Gelukkig was bij de Provinciale Staten verkiezing de werkloosheid een belangrijk terugkerend item. Ook niet zo gek, omdat het werkloosheids-percentage t.o.v. de vorige verkiezing met 2,4% was gestegen.
Wat dan wel weer teleurstellend was, dat veel politici geen echte concrete plannen hadden. Wij wel overigens, wil je daarover meer weten, klik dan hier.
Diederik Samsom spande wat ons betreft de kroon, daags voor de verkiezingen had hij het over "nu het herstel van de werkgelegenheid door zet.....". Een scheve schaats want in januari was de werkloosheid juist gestegen.........................of Diederik moest voorkennis hebben, want uit de, één dag na de verkiezingen gepubliceerde cijfers bleek de werkloosheid licht gedaald te zijn naar 633.000 werklozen in februari.
We citeren het CBS: Er zijn in Nederland nu 633 duizend mensen werkloos, 12 duizend minder dan een maand eerder. Het aantal werklozen was sinds het derde kwartaal van 2014 nagenoeg stabiel.
Gelukkig ging het CBS in zijn persbericht er op in dat de daling nu vooral komt doordat in februari minder personen zich aanboden op de arbeidsmarkt, terwijl het aantal werkenden nagenoeg gelijk bleef aan januari. Het werkloosheidspercentage daalde van 7,2 procent in januari naar 7,1 procent in februari.
Maar er valt wel meer over de cijfers te zeggen.
Geen 633.000 maar 664.000 werklozen
Het statement er zijn nu 633.000 mensen werkloos uit het persbericht is niet helemaal correct, want op dit moment zijn er feitelijk 664.000 werklozen in Nederland. De 633.000 is de seizoensgecorrigeerde werkloosheid.
45+ blijft lastig
Duiken we wat dieper in de cijfers, dan blijkt dat de situatie voor ouderen nog steeds erg zorgelijk is.
De categorie 45+ (nu dus tot 75 jaar i.p.v. 65 jaar) laat in tegenstelling tot de andere leeftijdscategorieën een stijging zien.
Nieuwe werklozen
In januari kwamen er 75.000 nieuwe werklozen bij. In februari was dit gelukkig een stuk minder 48.000 werklozen. Overigens een vergelijkbaar als in 2014 en 2013.
De uitstroom naar werk was lager dan in januari en ietsje hoger dan 2014. Maar wat ons betreft is het grote herstel nog niet ingetreden.
We hadden het CBS gevraagd alsnog de aansluiting tussen de getallen van de oude en nieuwe definitie te maken en toe te lichten, welk deel heeft te maken met het ophogen van de leeftijdsgrens, welk deel met het loslaten van de 12 uren-grens en welke mutaties zijn aangebracht door de verbeterde waarneming. We hebben inmiddels antwoord. We citeren:
Met
ingang van 2015 is het CBS voor de hoofdindicator van de werkloosheid
overgegaan op de internationale (ILO) definitie van werkloosheid en
neemt nu de plaats in van onze eigen definitie als belangrijkste
maatstaf. Alles over de verschillen staat in dit document: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/9FEA501F-BD31-44BE-907E-8102CED27F79/0/werkloosheidtweeafbakeningen201502.pdf. In tabel 3.1.1 van dit artikel zie je een overzicht van de numerieke verschillen tussen beide.
Daarnaast
hebben we het afgelopen jaar onze enquêtemethode voor het meten van de
werkloosheid verbeterd. De Enquête Beroepsbevolking (EBB) waarmee
cijfers over de werkloze- en werkzame beroepsbevolking worden verzameld
zijn moderner en efficiënter gemaakt door beantwoording via internet
mogelijk te maken. Hiermee was Nederland het eerste land in Europa dat
respondenten de kans gaf om via internet aan deze enquête deel te nemen.
Tegelijkertijd
is de vragenlijst op een aantal punten licht gewijzigd, onder meer om
de bevraging via internet mogelijk te maken en beter te laten aansluiten
bij de richtlijnen van de ILO. Zo worden nu alle zoekactiviteiten naar
werk meegeteld, ongeacht de gewenste arbeidsduur. Dus ook als mensen
naar werk gezocht hebben voor een lagere of hogere arbeidsduur dan ze
eigenlijk wensen, wordt dat meegenomen in de schatting van werkloosheid.
Ook worden mensen die aangeven niet te willen werken maar wel naar werk
gezocht hebben meegeteld in de werkloosheid.
Daarnaast
kan de inzet van internet- en telefonische vragenlijsten, i.p.v. enkel
face-to-face interviews, ook een effect hebben op de beantwoording van
vragen. Per saldo worden in de nieuwe situatie meer werklozen gemeten
dan volgens de oude wijze van waarneming; in december 2014 gaat het dan
om 643 duizend i.p.v. 595 duizend volgens ILO-definitie.
Bij
toeval zijn beide effecten tegengesteld en van vergelijkbare grote:
volgens de ILO-definitie is het aantal werklozen ca. 50 duizend lager,
met de verbeterde methode tellen
we ca. 50 duizend werklozen meer.
we ca. 50 duizend werklozen meer.
Als we het goed begrijpen:
Het aantal werklozen volgens de ILO definitie in december in de rapportage van december was 595 duizend en wordt in januari als 643 duizend weergegeven. Dit verschil is terug te voeren op verbeteringen in de enquêtemethode, kleine wijzigingen in de vragenlijst en de overgang naar uitvraag via internet. Totaal 50.000 werklozen meer (bijna 10%, is toch wat veel voor een kleine aanpassing in de methodiek)
Voor de oude Nationale definitie, werkt de aanpak van de enquête- methodiek vergelijkbaar. De 642000 werklozen in december gerapporteerd in december volgens de Nationale definitie worden door deze aanpassingen in januari gerapporteerd als 696000.
Toch nog een knoop
Nu we er nog een keertje over nadenken vinden we het eigenlijk ook wel raar dat als je het werkloosheidscijfers in de media in december 642000 en in januari 645000 in januari. Zo vergelijkbaar zijn.
Je zou namelijk verwachten (stel dat de feitelijke werkloosheid gelijk gebleven was), de werkloosheid erg zou stijgen door het gebruik van de ILO-definitie, namelijk door:
- de toename van de leeftijdsgrens (van 64 naar 74)
- vroeger je meegeteld werd als je meer dan 12 uur wil werken en nu is 1 uur al genoeg om in de telling opgenomen worden
Of zou het zo zijn dat
- mensen met kleine baantjes (minder dan 12 uur) als werkeloos werden gezien en nu alleen als werkloos tellen als ze niet werken.
Als dat laatste waar is dan vallen dus veel mensen uit de telling.
Bijvoorbeeld de werkloze die 36 uur wil werken en een krantenwijk of
iets dergelijks neemt voor een paar uur, telt dan niet mee als werkloos
2014 een treurig jaar in de strijd tegen de werkloosheid
''Een individuele maand kan grillig verlopen. Dat betekent niet automatisch een trendbreuk'', aldus Piet Hein Van Mulligen, de baas van het Centraal Bureau voor de Statistiek. ''Je kan op basis van de ontwikkelingen in december niet zeggen dat de werkloosheid de komende maanden verder zal stijgen."We helpen het hem hopen, want wij zijn eerlijk gezegd minder optimistisch.
In december steeg voor het eerst weer de werkloosheid, met 12.000 duizend werklozen naar 642.000 werklozen. Na maanden dat de werkloosheid daalde of min of meer gelijk bleef, steeg dus de werkloosheid.
Heel 2014 liet een kleine daling (26 duizend werklozen) zien. Eind vorig jaar stond de teller op 668.000. Overigens is de 642.000 ruim 70.000 werklozen hoger dan aan het eind van 2013.
Maar zoals wij vaker zeggen het is zaak om toch wat dieper naar de cijfers te kijken en dan geeft 2014 toch een treurig beeld.
Eigenlijk gaat alleen de aanpak van de jeugdwerkloosheid redelijk goed. Ronduit zorgelijk is de situatie voor 45+-ers. Als enige leeftijdscategorie is de werkloosheid hier niet gedaald maar gestegen. Zelfs met 8%.
De werkloosheid onder 45+ blijft dus hoog. We roepen het al enige tijd, maar volgens ons is het hoogtijd voor een Mirjam Sterk met grijze lokken. Een ambassadeur voor de 45+ werkloosheid. We hebben ook wel een suggestie. Neelie Kroes is sinds kort weer beschikbaar Dus Lodewijk........
291.000 werklozen aan het werk vanuit de ww
We vinden dat 2014 een treurig jaar is in de strijd tegen de werkloosheid. Dit wordt pijnlijk duidelijk als we naar de ww-uitkeringen kijken.
In 2014 werden om precies te zijn, 605.167 nieuwe ww-uitkeringen verstrekt.
Terwijl er 291.082 werklozen vanuit de ww succesvol verlieten en werk vonden, in het jargon heet dat uitgestroomd naar werk.
Dat is slechts 48%
Hoeveel werklozen zijn er nu precies? 642000 of 595000?
Er zijn veel cijfers in omloop altijd. Wij hanteren, net als iedereen eigenlijk, de cijfers gecorrigeerd voor seizoensinvloeden. Maar sommige hebben het over 595.000 werklozen in december? Hoe zit dat nu? Zijn er 642.000 werklozen of toch 595.000. Eigenlijk zijn nu nog beide antwoorden goed. De 642.000 is volgens de tot nu toe gebruikte Nationale definitie.
Niet helemaal vreemd, heeft het CBS aangekondigd om over te stappen naar de internationale definitie. We hadden het CBS de suggestie gedaan om deze laatste maanden en de eerste maanden van de nieuwe definitie een soort Restateoverzicht op te nemen. Hetgeen in de financiële wereld heel gebruikelijk is. Het zat niet bij de cijfers. Dus hebben we het zelf maar even opgesteld. Denk dus niet volgende maand, lekker gedaald die werkloosheid.
Forse tegenvaller maar toch positieve berichtgeving
Toch nog even terug naar de reacties. Lodewijk Asscher sprak van "een forse tegenvaller". Dat vinden wij ook.
Des te opvallender is dan dat het persbericht van het CBS, positief gekleurd is. We hadden al Piet-Hein van Mullingen geciteerd, die geen trendbreuk verwacht. Maar ook verder in het persbericht veel, wat ons betreft misplaatst, positivisme.
Een voorbeeldje: het persbericht heeft een titel welke de lading dekt: Meer werklozen in december, maar direct daarna wordt de suggestie gewekt dat dit komt doordat er meer mensen zijn toegetreden tot de arbeidsmarkt. De 1e bullit luidt: In de afgelopen 3 maanden meer mensen op de arbeidsmarkt. Op zich niet onjuist maar toch.
De laatste maand zijn er toch echt minder werkenden en is ook het aantal werklozen toegenomen. Om maar vast aan de getallen te wennen hebben we de ILO definitie gebruikt. Kijkend naar de plaatjes komen wij tot de conclusie dat in de periode april tot oktober er wel een aardige beweging was, maar dat het de laatste 2 maanden de verkeerde kant opgaat. Om dit nu te verstoppen om het op eens over een kwartaal beweging te hebben, vinden wij minder.
Samenvattend vinden wij 2014 eigenlijk een treurig jaar in de bestrijding van de werkloosheid. Maar hopen dat Rob Witjes (Hoofd informatie-voorziening bij het UWV) gelijk krijgt en 2014 een overgangsjaar is.