Column: Nederland heeft snel een slimme winstbelasting nodig
Willem Vermeend en Rik van der Ploeg
Sinds de recente publicatie van de Panama Papers en Paradise Papers wordt Nederland door verschillende Europese landen, waaronder Duitsland en Frankrijk, aan de publieke schandpaal genageld als een belastingparadijs. In eigen land is vooral Oxfam Novib, de organisatie voor ontwikkelingssamenwerking, actief om ons land in het verdachtenbankje te zetten.
Eind jaren negentig van de vorige eeuw
heeft het toenmalige kabinet-Kok (I en II) met een soortgelijke campagne
tegen Nederland te maken gehad. De toenmalige premier Wim Kok werd
tijdens vergaderingen in Brussel regelmatig door collega’s aangesproken
op berichten in de media dat hij de baas van een belastingparadijs zou
zijn. De toenmalige staatssecretaris van Financiën, Willem Vermeend,
moest daardoor regelmatig bij de premier op het matje komen om uitleg te
geven. De kern van zijn uitleg die we hieronder kort weergeven, is nog
steeds actueel: Wereldwijd zijn landen bezig met een felle
concurrentiestrijd om het beste (fiscale) vestigingsklimaat waarmee ze
bedrijven proberen aan te trekken, maar ook om te voorkomen dat
bestaande ondernemingen uit hun land vertrekken. Deze week tijdens het
Kamerdebat over de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting
hebben de coalitiepartijen terecht de noodzaak bepleit van een goed
bedrijfsvestigingsklimaat, maar daarbij gekozen voor een dure en
ineffectieve maatregel.
Het gaat om werkgelegenheid
Voor elk land zijn ondernemers van
cruciaal belang voor het scheppen van banen, maar ook voor innovaties.
Daarom halen, ook binnen de EU, regeringen alles uit de kast om voor
bedrijven het beste vestigingsklimaat te creëren en schromen ze niet
elkaar publiekelijk in een kwaad daglicht te stellen. Bij deze
concurrentiestrijd gaat in de media de aandacht vooral uit naar de
verlaging van winstbelastingtarieven en fiscale voordelen voor
multinationals. Maar de bedragen die gemoeid zijn met de minder
zichtbare voordelen waarmee landen ondernemers lokken zijn vaak veel
groter. Daarbij gaat het om verlaging van arbeidskosten, lage sociale
premies, goedkope bedrijfsgronden, lagere tarieven voor energielasten,
soepele ontslagregelingen, speciale (fiscale) regelingen voor de
topmanagers, lage administratieve lasten en snelle vergunningen. Daar
lees je niets over. Daar lopen die landen niet mee te koop. Dat de grote
Europese landen net als Nederland afspraken maken met multinationals,
is in de internationale adviespraktijk een publiek geheim, maar daar
hoor je niets van. Ons land is op dit terrein altijd roomser geweest dan
de paus en heeft deze afspraken (rulings) keurig, zelfs zeer
gedetailleerd, op schrift gesteld. Dit is een belangrijke reden dat in
de populaire onthullingen over belastingparadijzen Nederland vaak wordt
genoemd en andere landen onder de radar blijven.
Nederland geen belastingparadijs
Voor alle duidelijkheid merken we op
dat Nederland op geen enkele officiële internationale lijst staat van
belastingparadijzen. Wel komt ons land voor op de lijstjes van
internationale actiegroepen tegen belastingontwijking. Ze knutselen
lijstjes van eigen makelij in elkaar om in de media aandacht te trekken
en zichzelf te profileren. In Nederland is Oxfam daarvan een voorbeeld
met een lijstje waar Nederland op drie wordt geplaatst. Dit wordt,
behalve door de achterban, nergens serieus genomen. Ook al niet omdat de
echte paradijzen waar actiegroepen tegen strijden er niet opstaan of
pas heel laag op het lijstje staan. Ook bij deze clubs heeft het
Oxfam-geknutsel geen enkele status. Deze activisten baseren zich op een
internationale ranglijst die is opgesteld door de internationale
onderzoeksinstantie Tax Justice Network (TJN) Het belangrijkste
belastingparadijs is volgens deze lijst de Amerikaanse staat Delaware,
gevolgd door Luxemburg, Zwitserland, de Kaaimaneilanden, de stad Londen,
Ierland, Bermuda, Singapore, België en Hongkong. Delaware werd door het
Amerikaanse blad Forbes twee jaar geleden ook al uitgroepen tot het
beste belastingparadijs op deze aardbol.
Digitaliseren
Van steeds meer kanten wordt terecht geprotesteerd tegen de
belastingconcurrentie die tot een race to the bottom kan leiden. Eerder
schreven we al dat er voor Europa, maar één echte oplossing is en dat is
een Europese vennootschapsbelasting voor alle EU-landen met een vast
minimum belastingtarief. De meeste landen willen dat niet en maken,
ondanks de onwenselijke gevolgen van de felle (fiscale)
concurrentiestrijd, volop gebruik van aantrekkelijke fiscale en andere
maatregelen om bedrijven in de watten te leggen. Binnen Nederland wordt
er vooral vanuit links gepleit om niet mee te doen aan deze
concurrentie. Dat klinkt goed en sympathiek. Maar de harde realiteit
houdt in dat deze sympathieke gedachte Nederland veel bedrijven zal
kosten en op termijn honderd duizenden arbeidsplaatsen. Met onze open
economie moeten wij daarom, ook al is dat met tegenzin, blijven meedoen
aan deze (fiscale) concurrentieslag. Wel krijgt Nederland steeds meer
last van ’nepnieuws’ waarin ons land als belastingparadijs wordt
afgeschilderd. Daar moeten we zeker wat aan doen, waarbij we tegelijk de
vlucht naar voren maken en onze concurrenten slim op een achterstand
kunnen zetten. Dat kan met simpel en slim.
Slimme vennootschapsbelasting
Onze
bestaande winstbelasting dateert uit de oude fysieke economie,
aangeduid als 3.0. Inmiddels leven we in de digitale wereld van economie
4.0 die gekenmerkt wordt door online, digitaal handelsverkeer en het
gebruik van nieuwe innovatieve technologieën. Het is zinloos om met
ouderwetse fiscale maatregelen legale belastingontwijking en strafbare
ontduiking te bestrijden. In de digitale economie werken ze niet. Dat
geldt ook voor aanpassingen van bestaande belastingstelsels. Daaraan
sleutelen is tijdverspilling. Ze zijn niet geschikt te maken voor de
digitale en technologische revolutie van 4.0. Voor onze
vennootschapsbelasting (Vpb) is de enige oplossing een fonkelnieuw
belastinggebouw (4.0). Het wordt een zogenoemde simpel taks met een vast
tarief van 15% zonder aftrekposten, vrijstellingen, fiscale
tegemoetkomingen en toeslagen. Met het oog op een efficiënte uitvoering
en maximale bestrijding van ontwijking en ontduiking wordt de Vpb-4.0
volledig gedigitaliseerd en gaan we werken met slimme algoritmen en
blockchain technologie. De aangiften worden door het slimme systeem zelf
ingevuld en digitaal bij de bedrijven bezorgd. De bouw van Vpb-4.0
neemt ongeveer drie jaar in beslag en bij de invoering wordt de huidige
Vpb afgeschaft. Met de Vpb-4.0 heeft Nederland niet alleen de
wereldprimeur, maar versterken we tegelijk ook onze internationale
fiscale concurrentiepositie en zijn we af van ‘nepnieuws’ over ons
vermeende belastingparadijs.