Column: Klimaatbeleid is hoofdpijndossier Rutte III
Door Willem Vermeend en Rick van der Ploeg
Deze week is het kabinet Rutte III, na twee dagen debatteren in de Tweede Kamer, goed van start gegaan. Voorlopig kan de nieuwe ploeg rekenen op een welwillende houding van de linkse oppositie.
Door de bezuinigingen op de
wijkverpleging in de ijskast te zetten en aan te kondigen dat de
bewindslieden van Rutte III zaken met oppositiepartijen willen doen,
gaat Mark Rutte voortvarend uit de startblokken. Het debat over de
regeringsverklaring maakt ook duidelijk dat Klaas Dijkhoff, de nieuwe
fractievoorzitter van de VVD, een aanwinst voor de Tweede Kamer is. Wij
zien hem als de ’winnaar’ van het debat. Jesse Klaver boekte een
succesje met een afspraak met Erik Wiebes, de minister van Economische
Zaken en Klimaat, om samen verder te praten over een Klimaatwet.
Lodewijk Asscher kan zowel tevreden zijn met zijn oppositie-optreden als
met de door hem slim geclaimde toezegging van het kabinet over de
wijkverpleging.
Dividendbelasting
De
oppositie kreeg de aangekondigde verlaging van de dividendbelasting,
waarmee €1,4 miljard is gemoeid, nog niet van tafel. Het kabinet wil
daaraan vasthouden om zo Nederland aantrekkelijk te houden voor
buitenlandse investeerders. In een eerdere column schreven we al dat er
veel betere opties zijn. Dit bedrag moet aangewend worden om innovatieve
investeringen en banen in Nederland aan te moedigen, onder meer op het
terrein van nieuwe technologie en klimaat. Dit kan door de introductie
van eenvoudige fiscale stimulansen voor ondernemers. Onze ervaring is
dat buitenlandse bedrijven en investeerders dit veel belangrijker vinden
dan de dividendbelasting die slechts voor een zeer kleine groep
investeerders van belang is. Wij verwachten dan ook dat het
verlagingsvoorstel voor de dividendbelasting het niet zal halen, maar
dat de 1,4 miljard zal worden aangewend om het bedrijfsleven in eigen
land, met name het midden- en kleinbedrijf, een extra innovatieve impuls
te geven en dat levert bovendien banen op.
Klimaatambities
Bij
de presentatie van het regeerakkoord maakte de onderhandelaars trots
bekend dat Rutte III het groenste kabinet in de geschiedenis van
Nederland gaat worden. Van veel kanten werd het ambitieuze
klimaatprogramma waarmee de uitstoot van CO2 bijna gehalveerd wordt,
terecht toegejuicht. Maar er verschenen na dit gejuich al snel kritische
kanttekeningen. Zo wijzen critici op de onverstandige keuze van de
opslag van CO2 onder de grond, wat wij in een eerdere column ook hebben
afgewezen. Daarnaast ontbreekt het aan concrete instrumenten waarmee de
klimaatambities daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden.
Vorige week werd duidelijk dat het
klimaatbeleid voor Rutte III een hoofdpijndossier dreigt te worden.
Volgens berekeningen van het Plan Bureau voor de Leefomgeving (PBL)
haalt het kabinet met de voorgenomen maatregelen hooguit de helft van de
eigen klimaatdoelen. Het PBL concludeert ook dat het huidige
klimaatbudget van ruim 3 miljard euro onvoldoende is en dat ten minste
7-10 miljard euro nodig is. Deze klimaatadviseur van het kabinet stelt
tevens vast dat de vliegtuigbelasting en kilometerheffing voor
vrachtwagens geen effectieve instrumenten zijn om de uitstoot van CO2 te
verminderen. Vooral door klimaatactivisten worden extra
belastingheffingen op bedrijven en burgers voorgesteld. Ze menen ten
onrechte dat langs deze weg de klimaatdoelstellingen wel gehaald worden.
Deze lastenverzwaringen hebben negatieve effecten op de groei van onze
economie, leiden tot een lagere koopkracht van burgers en vernietigen
banen en leveren bovendien geen klimaatwinst op.
Het beste klimaatbeleid
Onderzoek
wijst uit dat de vermindering van de uitstoot van CO2 het beste kan
worden gerealiseerd met de inzet van innovatieve technologieën. Deze
leiden tot energiearme productieprocessen, een afname van het
energieverbruik in kantoren en woningen en een snellere energietransitie
van fossiel naar duurzame energie. Zo zal de komende jaren door nieuwe
technologie het rendement op zonnepanelen verdubbelen. Door volop het
gebruik van green tech te bevorderen worden
verschillende voordelen gerealiseerd. Deze technologie heeft steeds
minder overheidssubsidies nodig om in het bedrijfsleven op grote schaal
gebruikt te worden. Investeerders beschouwen het vaak nu al als goed
renderende investeringen. Ze stimuleren bovendien de groei van een
groene economie, scheppen veel nieuwe banen en versnellen de
energietransitie. Een belangrijk voordeel is ook dat zo voorkomen wordt
dat burgers en bedrijven straks te maken krijgen met lastenverzwaringen
die nauwelijks klimaatwinst opleveren. Rutte III doet er daarom
verstandig aan volop in te zetten op green tech, waarmee onder meer een groene waterstofeconomie kan worden gerealiseerd
Vorige week werd duidelijk dat het
klimaatbeleid voor Rutte III een hoofdpijndossier dreigt te worden.
Volgens berekeningen van het Plan Bureau voor de Leefomgeving (PBL)
haalt het kabinet met de voorgenomen maatregelen hooguit de helft van de
eigen klimaatdoelen. Het PBL concludeert ook dat het huidige
klimaatbudget van ruim 3 miljard euro onvoldoende is en dat ten minste
7-10 miljard euro nodig is. Deze klimaatadviseur van het kabinet stelt
tevens vast dat de vliegtuigbelasting en kilometerheffing voor
vrachtwagens geen effectieve instrumenten zijn om de uitstoot van CO2 te
verminderen. Vooral door klimaatactivisten worden extra
belastingheffingen op bedrijven en burgers voorgesteld. Ze menen ten
onrechte dat langs deze weg de klimaatdoelstellingen wel gehaald worden.
Deze lastenverzwaringen hebben negatieve effecten op de groei van onze
economie, leiden tot een lagere koopkracht van burgers en vernietigen
banen en leveren bovendien geen klimaatwinst op.
Het beste klimaatbeleid
Onderzoek
wijst uit dat de vermindering van de uitstoot van CO2 het beste kan
worden gerealiseerd met de inzet van innovatieve technologieën. Deze
leiden tot energiearme productieprocessen, een afname van het
energieverbruik in kantoren en woningen en een snellere energietransitie
van fossiel naar duurzame energie. Zo zal de komende jaren door nieuwe
technologie het rendement op zonnepanelen verdubbelen. Door volop het
gebruik van green tech te bevorderen worden
verschillende voordelen gerealiseerd. Deze technologie heeft steeds
minder overheidssubsidies nodig om in het bedrijfsleven op grote schaal
gebruikt te worden. Investeerders beschouwen het vaak nu al als goed
renderende investeringen. Ze stimuleren bovendien de groei van een
groene economie, scheppen veel nieuwe banen en versnellen de
energietransitie. Een belangrijk voordeel is ook dat zo voorkomen wordt
dat burgers en bedrijven straks te maken krijgen met lastenverzwaringen
die nauwelijks klimaatwinst opleveren. Rutte III doet er daarom
verstandig aan volop in te zetten op green tech, waarmee onder meer een groene waterstofeconomie kan worden gerealiseerd
Vorige week werd duidelijk dat het
klimaatbeleid voor Rutte III een hoofdpijndossier dreigt te worden.
Volgens berekeningen van het Plan Bureau voor de Leefomgeving (PBL)
haalt het kabinet met de voorgenomen maatregelen hooguit de helft van de
eigen klimaatdoelen. Het PBL concludeert ook dat het huidige
klimaatbudget van ruim 3 miljard euro onvoldoende is en dat ten minste
7-10 miljard euro nodig is. Deze klimaatadviseur van het kabinet stelt
tevens vast dat de vliegtuigbelasting en kilometerheffing voor
vrachtwagens geen effectieve instrumenten zijn om de uitstoot van CO2 te
verminderen. Vooral door klimaatactivisten worden extra
belastingheffingen op bedrijven en burgers voorgesteld. Ze menen ten
onrechte dat langs deze weg de klimaatdoelstellingen wel gehaald worden.
Deze lastenverzwaringen hebben negatieve effecten op de groei van onze
economie, leiden tot een lagere koopkracht van burgers en vernietigen
banen en leveren bovendien geen klimaatwinst op.
Het beste klimaatbeleid
Onderzoek
wijst uit dat de vermindering van de uitstoot van CO2 het beste kan
worden gerealiseerd met de inzet van innovatieve technologieën. Deze
leiden tot energiearme productieprocessen, een afname van het
energieverbruik in kantoren en woningen en een snellere energietransitie
van fossiel naar duurzame energie. Zo zal de komende jaren door nieuwe
technologie het rendement op zonnepanelen verdubbelen. Door volop het
gebruik van green tech te bevorderen worden
verschillende voordelen gerealiseerd. Deze technologie heeft steeds
minder overheidssubsidies nodig om in het bedrijfsleven op grote schaal
gebruikt te worden. Investeerders beschouwen het vaak nu al als goed
renderende investeringen. Ze stimuleren bovendien de groei van een
groene economie, scheppen veel nieuwe banen en versnellen de
energietransitie. Een belangrijk voordeel is ook dat zo voorkomen wordt
dat burgers en bedrijven straks te maken krijgen met lastenverzwaringen
die nauwelijks klimaatwinst opleveren. Rutte III doet er daarom
verstandig aan volop in te zetten op green tech, waarmee onder meer een groene waterstofeconomie kan worden gerealiseerd
Waterstofeconomie
Met
de grootschalige inzet van nieuwe technologie kan de energietransitie
van fossiel naar duurzaam worden versneld door het gebruik van schone
waterstof. Technische knelpunten en hoge kosten die tot voor kort
barrières opwierpen voor dit gebruik, bijvoorbeeld als brandstof voor
verkeer en vervoer en andere sectoren zoals de chemische sector, zijn
voor een belangrijk deel opgelost. Mits voor een voldoende schaalgrootte
wordt gekozen, maken deze ontwikkelingen het mogelijk de overgang van
een fossiele economie naar een schone waterstofeconomie aanzienlijk te
versnellen.
Eerder schreven al dat
binnen de kringen van beleidsmakers, maar ook in ons bedrijfsleven, nog
gedacht wordt dat vanwege de ‘oude’ knelpunten waterstof geen optie is.
Deze opvatting is inmiddels achterhaald door innovatieve technische
oplossingen. Daarnaast zal de kostprijs van schone waterstof aanzienlijk
dalen door bij de productie (elektrolyse) gebruik te maken van
overtollige duurzame energie. Zo kan bij windparken in de Noordzee voor
de opslag van waterstof gebruik worden gemaakt van lege gasvelden of
door deze via bestaande gasleidingen naar het vaste land te
transporteren. Het elektrolyseproces kan daar plaatsvinden dicht bij de
bron. Voor opslag en vervoer kan deze waterstof ook worden omgezet in
ammoniak. In de auto-industrie zien we recent een onverwachte
ontwikkeling. De kans is groot dat elektrische auto’s die op batterijen
rijden het moeten afleggen tegen elektrische waterstofauto’s die op
brandstofcellen rijden. Volgens een wereldwijde enquête onder
topfunctionarissen in de auto-industrie is dit de meest kansrijke vorm
van elektrisch vervoer op de langere termijn.
Rutte III kan met de opbouw van een schone waterstofeconomie geschiedenis schrijven als het groenste kabinet ooit.