'Te veel flexwerk maakt Nederland tot lagelonenland'
De
flexibilisering van de arbeidsmarkt komt door imitatiegedrag, zegt
arbeidssocioloog Fabian Dekker. Op termijn holt dat het verdienmodel van
bedrijven uit.
Blijft
de flexibele arbeidsmarkt zo hard groeien als de afgelopen vijftien
jaar, dan holt het gros van de Nederlandse bedrijven zijn geheugen en
dus zijn verdienmodel uit. Dat zegt arbeidssocioloog Fabian Dekker naar
aanleiding van nog te verschijnen onderzoek van zijn hand. "De vraag is
of we op deze manier concurrerend blijven met het buitenland. Bedrijven
hebben kennis nodig om te groeien. Voortdurend voor de goedkope
oplossing kiezen, staat haaks op innovatie op de werkplek. Dan richt je
je economie steeds meer in als een lagelonenland."
Dekker
vroeg ruim 650 directieleden en managers naar hun beweegredenen om meer
flexibele contracten te verstrekken. Wat bleek? Met concurrentiedruk
heeft de wildgroei aan flexcontracten weinig te maken, zegt Dekker.
Waarmee dan wel?
"Het
is een sociale norm geworden. In het publieke debat van de afgelopen
jaren heerst het idee dat je flexibel moet zijn. Er worden verder geen
vragen over gesteld. Dat zie je ook bij flexwerkers, die zeggen bijna
allemaal: de baan voor het leven bestaat niet meer. Maar als je cijfers
van het CBS erop naslaat, zal het je verbazen dat nog altijd 15 procent
van alle werknemers langer dan 20 jaar bij hetzelfde bedrijf werkt.
"Bedrijven
imiteren elkaar als het gaat om flexibilisering. Volgens economen komt
dat door de kostendruk: als al jouw concurrenten kiezen voor
kostenefficiënte oplossingen, kun je niet achterblijven. Voor een deel
is dat waar, maar het tegenargument is dat elk bedrijf uniek is. Je kunt
dus eigenlijk nooit zeggen: als mijn concurrent flexibiliseert, moet ik
dat ook doen. Want misschien lijk je helemaal niet op die concurrent,
heb jij een heel andere visie op personeelsbeleid en hebben je klanten
heel andere wensen."
Wat is doorslaggevend: beleid of imitatiegedrag?
De
opkomst van zzp'ers vanaf eind jaren negentig is voor het belangrijkste
deel te relateren aan beleid. Het is fiscaal voordeliger om voor jezelf
te beginnen dan om in loondienst te werken. Denk aan het starten met
behoud van een uitkering, de zelfstandigenaftrek, mkb-winstvrijstelling
of de startersaftrek. Ook de opkomst van tijdelijke contracten,
oproepcontracten en bijvoorbeeld payrollers heeft te maken met
wetswijzigingen van de afgelopen jaren. In 2002 kwam de Wet verbetering
poortwachter, die werkgevers verplicht om het ziekteverzuim terug te
dringen. Twee jaar later kwam de Wet loondoorbetaling bij ziekte,
waardoor werkgevers twee jaar het loon van een zieke werknemer moeten
doorbetalen. Internationaal uniek, in veel andere landen gaat het om
maximaal zes weken. En met de komst van de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen (WIA) hebben werkgevers een groter financieel belang
gekregen om het ziekteverzuim van mensen te beperken. Dus wat doen
bedrijven? Die zijn op zoek gegaan naar kostenvoordelige oplossingen.
Als we met elkaar besluiten dat we minder flex willen, moeten we enkele
van deze beleidsbeslissingen terugdraaien."
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
Als het nieuwe kabinet dat doet, omzeilen werkgevers dat vaste contract toch op een andere manier?
"Er
is wel een mentaliteitsverandering nodig, inderdaad. We zouden een
publiek toegankelijke kennisbank moeten aanleggen op het gebied van
flexibel werk. Vol met wetenschappelijke onderzoeken en praktijktoetsen,
in binnen- en buitenland. Dan zien werkgevers en werknemers dat er
alternatieven zijn."
Helpt dat?
"Die
mentaliteitsverandering zal langzaam gaan, maar is niet onmogelijk. Je
moet werkgevers niet zien als de boeman van de arbeidsmarkt. In sectoren
waar de prijzen continu onder druk liggen, kunnen bedrijven ook niet
anders. De meeste werkgevers die ik spreek, zeggen: het liefst wil ik
mijn mensen een vast contract geven. Maar door regelgeving en ingesleten
normatieve opvattingen denken ze geen andere keuze te hebben. Dat zie
je nu in de zorg, het onderwijs en bij mkb'ers. De vraag is waar we ons
op de lange termijn internationaal mee gaan onderscheiden. Dat is niet
met goedkope arbeid."
In hoeverre kunnen vakbonden ervoor zorgen dat flex teruggedrongen wordt?
"Vakbonden
zijn meer dan ooit nodig, maar ze verliezen de strijd doordat ze amper
op de werkvloer zijn. Neem mijn vakgebied, de wetenschap. Veel jonge
onderzoekers hebben te maken met werkstress. Maar ik heb nog nooit
iemand van de vakbond op de werkplek gezien. Die zitten vooral in Den
Haag. Ik zou zeggen: stap over die strategiediscussies heen en ga terug
naar waar het je ooit om te doen was. Doordat vakbonden legitimiteit
verliezen en zo geen tegenkracht meer bieden, stappen werkgevers te
gemakkelijk over ze heen."