maandag 5 februari 2018

Speech minister Koolmees op de Bilderbergconferentie

Speech minister Koolmees op de Bilderbergconferentie

3 februari 2018


Speech Bilderbergconferentie
3 februari 2018

Dames en heren,

Zijn wij de winnaars of verliezers van morgen? Deze vraag staat tijdens deze conferentie centraal.
Ik wil vandaag aftrappen met een bekentenis, die de kern van die vraag raakt:
‘Ik had geen kans gekregen in deze tijd.’
Het zijn niet mijn woorden, maar die van voormalig NS-directeur Aad Veenman, een aantal jaar geleden. Ik begrijp goed wat Veenman bedoelt.Veenman is een stapelaar, net als ik.
Opgegroeid in een arbeidersgezin in Bleiswijk, zoon van een tuinder en een huisvrouw,
en van de LTS doorgestoomd naar de TU Delft. Daar promoveerde hij en werd hij hoogleraar.
Hij heeft de kans gekregen om te groeien en zich te ontplooien. Om de ene kans op de andere te stapelen. Het verhaal van het dubbeltje dat kwartje werd. Wellicht ook het verhaal van u.
De weg van steeds een stapje hoger. In geleidelijkheid. Een Dutch Dream, zeg maar:
Niet te gek, maar toch vooruit. Met soms een tegenvaller, of het gevoel dat je vast zit.
Maar dan toch altijd snel weer een kans, om je verder te ontwikkelen.
Vallen en weer opstaan, dus. De rode lijn in veel van onze verhalen hier is die van de kans.
Zonder kans zaten we hier niet.

Maar er zijn ook veel mensen met een ander verhaal.
Jongeren met een migrantenachtergrond, die wachten op hun lucky break.
Ouderen die dolgraag een baan willen. Maar er niet tussen komen.
En mensen met een arbeidsbeperking, die wachten tot ze een ons wegen.
Hun verhalen gaan niet over winnen of over verliezen. Ze gaan over dubbeltjes die dubbeltjes blijven,
omdat ze de kans niet krijgen in waarde te stijgen.

Dames en heren,
Winnaars en verliezers zul je altijd hebben. Op de arbeidsmarkt en in de maatschappij.
In Nederland, in de wereld. Nu en in de toekomst.
Zelf vind ik het interessanter om te kijken hoe je de kans op winst vergroot, dan om alleen vast te stellen wie er wint en wie verliest.
Daarmee snijd ik het grootste vraagstuk aan, wat mij betreft, van onze arbeidsmarkt in deze tijd.
Winst en verlies in onze samenleving, draaien steeds minder om de haves en havenots,
maar om de cans and cannots, de voorlopers, bijblijvers en degenen die hopeloos achterblijven,
in een wereld die razendsnel verandert. De kloof tussen deze groepen groeit nu al. En als we niks doen wordt die kloof alleen maar groter, juist door die veranderingen.
Daar wil ik het met u over hebben: Hoe vergroot je de kans op winst in een tijd van grote en spannende veranderingen? Voor de samenleving, voor werknemers, en ook voor u, als ondernemer.
De winnaars en verliezers in Nederland Hoe zit dat nu precies met de kans op winst en verlies in Nederland? Een aantal recente onderzoeken geeft daar antwoord op. Een belangrijk onderzoek is het WRR-rapport, De val van de middenklasse?

Ik zeg belangrijk, juist omdat de middenklasse de kern van de arbeidsmarkt vormt.
Een middenklasse uit balans zorgt voor een arbeidsmarkt uit het lood. Wellicht hoorde u dat niet,
maar achter de titel van het WRR rapport staat een vraagteken. Er is namelijk geen sprake van een val, zo concludeert de WRR. De middenklasse is zowel winnaar als verliezer, in een wedstrijd die steeds wat pittiger wordt.

Dat werkt als volgt:
Door robotisering en digitalisering, verdwijnen er banen in het middensegment.
Gelijktijdig groeit het aantal banen aan de onderkant en bovenkant van de arbeidsmarkt.
Dit verschijnsel staat bekend als arbeidsmarktpolarisatie.
Volgens de OECD is in Nederland het aantal banen in het middensegment in de periode 1995-2015 met circa 10% gekrompen.
Daarnaast moeten mensen om een middeninkomen te hebben, harder werken dan vroeger.
Bij het midden hoor je bijna niet meer zonder tweede inkomen. En daarbij moet je steeds bewuster investeren in je opleiding, je huis en je pensioen. Iemand met een middeninkomen moet dus harder trappen om vooruit te komen dan twintig jaar geleden, Daar staat wel tegenover dat huishoudens die dat doen ook een stuk verder vooruit komen. Met bijvoorbeeld meer inkomen, een duurder huis, extra vakantie. Dat laat onverlet dat er ook in een ander opzicht verliezers zijn De WRR laat namelijk zien dat mensen zich onzeker voelen. Zij weten niet meer hoe ze vooruit moeten komen. Ze hebben teveel onzekerheid, ze staan nog aan de kant, of zien de noodzaak niet in van ontwikkeling.
Een groeiende kloof tussen cans and cannots.

Dat beeld wordt bevestigd door andere onderzoeken.
Bijvoorbeeld het SCP- en WRR- rapport Gescheiden werelden? Ook achter deze titel staat een vraagteken. Helaas is het antwoord op deze vraag weldegelijk ja. Ik heb het over de werelden van hoog- en laagopgeleiden. Arm en rijk Migrant en niet migrant. Zij komen elkaar niet tegen,
en leven in hun eigen ‘bubble’. Verschillen, ok…
Maar het probleem is dat sommigen nooit het verschil kunnen maken.
Hun gebrek aan kans wordt bepaald, Bijvoorbeeld door de positie van hun ouders. En dat is geen fingerspitzengefühl. De cijfers laten het zien. Kinderen met gelijk talent, maar een ander schooladvies. Alleen omdat de ene ouder meer verdient dan de ander, of een hoger opleidingsniveau heeft. Dat blijkt uit de cijfers van de onderwijsinspectie. Dat vind ik schokkend.
Het doet me aan de woorden van Aad Veenman denken: In deze tijd had ik geen kans gekregen.
En als die kinderen op zoek gaan naar een baan, bepaalt vervolgens hun achternaam de kans op succes.
Maar ook omgeving speelt een rol. Als je opgroeit met negen schilders en één dokter om je heen, lijkt dokter worden enorm moeilijk. Als je opgroeit met negen doktoren en één schilder om je heen,
is dat carrière pad opeens een stuk realistischer. Gescheiden werelden vergroten de kloof tussen cans and cannots.

Ook op de arbeidsmarkt is er sprake van verschillende werelden.
De wereld van zekerheid en die van de flexibele schil. SEO onderzoek laat zien dat werknemers in de flexibele schil vaker een migrantenachtergrond hebben, en dat ze lager opgeleid zijn. Ook wonen ze in minder goede wijken. Ze werken vaker onder hun opleidingsniveau, en verdienen een stuk minder.
En zo dreigt een self-fulfilling prophecy te ontstaan. Je had al geen kans, en krijgt er ook geen meer.
Er is een gevaar dat deze mensen steeds meer achterblijven en uiteindelijk permanent verliezen.
Die self-fulfilling prophecy wordt bevestigd in een recent OESO onderzoek.
Dit onderzoek laat zien dat in OESO-landen de ongelijkheid van wieg tot graf toeneemt.
Een breed scala aan factoren draagt daar aan bij. Maar er is ook iets geks aan dat onderzoek.
Iets dat mijn eerdere observaties lijkt te weerspreken. Namelijk dat het zo op het eerste oog,
wel meevalt met de ongelijkheid in Nederland. En ja, het klopt inderdaad dat de ongelijkheid van besteedbare inkomens de laatste jaren vrijwel niet toegenomen in Nederland.
En dat is redelijk uniek in de wereld. Op het eerste oog ziet dat er heel goed uit.
Maar in werkelijkheid is het inkomen vóór herverdeling ongelijker geworden.
En om dat te compenseren zijn we meer gaan herverdelen. Laat ik duidelijk zijn:
Het is een goede zaak dat de verschillen in inkomsten niet te groot zijn.
Maar het kost steeds meer moeite, om die verschillen recht te trekken.
Er is steeds meer kunst en vliegwerk nodig om ervoor te zorgen dat verliezers gecompenseerd worden. Ik heb het over ‘stiekeme’ herverdeling via inkomensafhankelijke toeslagen en belastingvoordelen. En natuurlijk draagt ook het sociale zekerheidsstelsel bij aan herverdeling.
Elke nieuwe fiscale regeling is een verstoring. Maar wat ik veel erger vind is dat het aangrijpt bij de oorzaak: de groeiende kansen van ongelijkheid. Herverdelen hoort bij Nederland. En dit zal ook altijd nodig blijven. Maar daarnaast is er meer nodig!

Mijn stelling is:
Je kunt beter vooraf investeren in kansen, in plaats van achteraf enkel bijstellen.
Juist nu de arbeidsmarkt zo in beweging is. Trends gaan gelijkheid meer op de proef stellen
Over die beweging is al veel gezegd tijdens deze conferentie. Ik wil graag kijken wat die beweging betekent voor kansen.

Robotisering, flexibilisering en globalisering, zijn trends die op individueel niveau zowel voor kansen als gepieker zorgen. Mensen maken zich zorgen over hun baan. Of over hoe je als flexwerker een hypotheek kunt krijgen, of een betaalbare huurwoning. Ook ondernemers zitten in een lastig parket. Er ligt de laatste tijd wel heel veel op uw bordje. Als we er niks aan doen, gaan die nieuwe trends ervoor zorgen dat winnen steeds lastiger wordt. Neem de komst van nieuwe technologieën.
Volgens sommige onderzoekers staan we aan de vooravond van de vierde industriële revolutie.
Technologieën waar ik als kind van droomde zijn nu realiteit: 3D-printing, Internet of Things, Kunstmatige Intelligentie, Big Data en Virtual Reality.
Nu zijn dit nog afzonderlijke technologieën. Maar wat als je ze kunt koppelen?
Dat is waar de vierde industriële revolutie om draait.
Alle economische sectoren en bijna alle landen krijgen ermee te maken.
Dat betekent dus dat productiesystemen, verdienmodellen en organisatiestructuren gaan veranderen.
En waarschijnlijk zal er een verder geglobaliseerde productieketen ontstaan.
En ook de balans van winnaars en verliezers zal veranderen.
Voordat u een verkeerd beeld krijgt van mijn betoog: Ik ben hierin geen doemdenker. Absoluut niet.
Ik ben meer iemand die in kansen en uitdagingen denkt. En die zie ik ook voor de toekomst:
Onze beroepsbevolking is relatief goed opgeleid. En het opleidingsniveau groeit nog steeds.
Ook hebben we in Nederland een goede digitale infrastructuur. Nederlanders zijn early adopters.
Dat blijkt ook uit een FME onderzoek dat ik eerder deze week in ontvangst heb genomen.
Dit onderzoek gaat over hoe werknemers in de technologische sector tegen robotisering aankijken.
“Kom maar op met de robots!” was de teneur onder de respondenten.
Nieuwsgierigheid domineert. We pikken nieuwe innovaties snel op. En dat geldt natuurlijk helemaal voor jongeren. Maar ook ouderen doen mee. Het verschil in gebruik van internet tussen jongeren en ouderen bijvoorbeeld is in Nederland erg klein. Nederland behoort tot de top vijf landen op dit punt!
Door robots verliezen we banen, en komen er banen bij. Dat is natuurlijk niks nieuws onder de zon.
Bij de vorige revoluties was dit ook het geval.
Gelukkig weten we nu wel iets beter wat dit voor de werkgelegenheid betekent.
Van alle kinderen die nu geboren worden heeft straks de helft een baan die we nu nog niet kennen.
Dat stelt het World Economic Forum. Het biedt zeker kansen. Neem 3D-printing. Omdat we in Nederland goed scoren op 3D-printing zijn er veel kansen voor nieuwe maakindustrieën, van gadgets tot zelfs medische protheses.
Veel van die producten zijn lokaal te maken met 3D printers. En zo ontstaan er nieuwe banen. En het biedt ook weer mogelijkheden voor re-shoring. Maar het beeld is niet alleen maar positief.
Volgens de OESO zou 10 procent van de banen door digitalisering kunnen verdwijnen.
Al verschillen daar de meningen wel over. Een Duits onderzoek laat weer zien dat banen op macro niveau vooral verschuiven en veranderen, en niet per se verdwijnen.
Hoe de toekomst er uit zal zien is niet 100 procent te voorspellen.
Maar ook als niet alle puzzelstukjes op hun plek liggen, kan je al wel bedenken wat er nodig is om de puzzel af te maken. Nieuwe vaardigheden, bijvoorbeeld. Hard skills op het gebied van techniek en technologie, maar ook soft skills als creativiteit, probleemoplossend vermogen, flexibiliteit, communicatie, samenwerken en kunnen omgaan met verandering.
Die vaardigheden zijn onder andere nodig om samen te kunnen werken met de nieuwe collega’s,
de zogenaamde cobots. Als mensen niet over die vaardigheden beschikken, dan is de kans groot dat ze blijvend gaan verliezen. Wat is er nodig?

Dames en heren, Hoe creëer en behoud je kansen voor mensen, in een arbeidsmarkt die zo rap verandert? Ik geloof niet in een maakbare economie. Dat is veel te statisch: alsof je iets één keer kunt maken, en dat is het. zo werkt de economie niet Zo werkt het runnen van een bedrijf niet.
En zo werkt de politiek niet. Je maakt stap voor stap beslissingen op basis van wat je weet,
en wat je met enige zekerheid kunt voorspellen. En dat moeten we nu ook doen: stap voor stap vooruitkijken en bewegen. Als een sterk team. De overheid, werkgevers, werknemers.
Daarvoor heb ik het volste vertrouwen in u als teamlid: Anticiperen is de modus operandi van de ondernemer. Vooruitdenken op wat komen gaat. Kijken wat verandering betekent voor uw organisatie en verdienmodel. En dat is wat nu ook nodig is voor de arbeidsmarkt.
Als we willen winnen in een veranderende wereld, moeten we op de volgende zaken inzetten:
We moeten investeren in ontwikkeling en kansen
We moeten meer zekerheid bieden: Ja, juist met een beetje houvast kun je hoger klimmen!
En we moeten naast technologisch ook sociaal innoveren. Dat klinkt als iets vaags, maar ik zal het zo heel concreet maken. Een ding is zeker, stilstand is geen optie. Want in een wereld die als een razende verandert, kun je het niet permitteren om kalmpjes aan te doen. Om te beginnen: levenlang leren. Als je jezelf ontwikkelt krijg je meer kansen. Dat hoef ik u niet uit te leggen.
Natuurlijk vind ik het mooi dat u als werkgever steeds meer investeert in ontwikkeling en kansen.
Cijfers van het CBS laten zien dat bedrijven ongeveer €1,7 miljard uitgeven aan bedrijfsopleidingen.
En via O&O fondsen wordt ongeveer €240 miljoen aan scholing uitgegeven. Steeds meer mensen volgen ook opleidingen. Heel mooi. Maar daarbij zeg ik wel:
Het zijn weer vooral hoogopgeleiden en jongeren.
Meer dan een kwart van de hoogopgeleiden volgt consequent opleidingen.
Van de laagopgeleiden is dat minder dan 1 op 10. Een harde kern van één op de vijf werkenden,
heeft nog nooit een training of cursus gevolgd. En dat vind ik wel echt een zorgpunt.
Wat we echt nodig hebben is een omslag naar een leercultuur. De discussie over duurzame inzetbaarheid en Levenlang leren duurt al bijna een heel leven. En dat bedoel ik niet positief.
Als we niet oppassen worden het besmette woorden. Als je ze laat vallen op feestjes zie je mensen in paniek een andere gesprekspartner zoeken. Boring! Denken ze dan.
En dan heb ik het nog niet eens over de “vitaliteitscheck”. Ook niet bepaald een binnenkomer.
Maar op diezelfde feestjes vraagt je tante wel altijd hoe het op school gaat met haar neefjes.
En of kleine Tom al kan schrijven. Toch hoor je niet een soortgelijke vraag aan oude Tom.
‘Ben jij al digitaal geletterd, jongen?’ Gek eigenlijk. Tot je 25e is het heel normaal om je te blijven ontwikkelen.
En daarna wordt het opeens een verplicht nummer, opgelegd door de baas. Als een soort levertraan!
Het laat zien dat er geen leercultuur is in Nederland. De bal ligt echt niet alleen bij de werknemer.
U heeft een cruciale rol om hier verandering in te brengen! Door best practices te delen en zo een leerklimaat te ontwikkelen. Maar ook, wat breder, door een veilige en gezonde werkomgeving te garanderen. En u heeft er ook baat bij. Het draait allemaal om vooruitdenken. Anticiperen op wat komen gaat. Investeringen in scholing en levenlang leren, zorgen voor meer productiviteit.
Werknemers zijn makkelijker inzetbaar, en kunnen beter omgaan met technologische vernieuwingen.
Ze werken langer, en met meer plezier. Ook de overheid heeft een rol. Ik wil me er hard voor maken dat juist die mensen die zich niet zo makkelijk door ontwikkelen, dat toch kunnen doen. Teamwork dus.

Dames en heren,
Om jezelf te ontwikkelen heb je houvast nodig. Dat geldt voor werknemers. En het geldt ook voor u.
Vanuit een zekere positie durf je zelf immers ook meer risico te nemen, verder te kijken en iets nieuws te proberen. Samen wil ik de zekerheid op de arbeidsmarkt herstellen.
Dan heb ik het allereerst over het dichten van de kloof tussen vast en flex, zodat mensen meer werkzekerheid en inkomenszekerheid krijgen. Natuurlijk, veel zzp’ers worden heel blij van vrijheid.
Zij maken bewust de keuze voor ondernemerschap. Maar er zijn ook mensen die de zzp-hoek worden ingeduwd, zodat ze goedkoper zijn. Dat heeft helemaal niks met vrijheid te maken.
Een andere categorie vormden de flexwerkers. Zeventig procent van de flexwerkers is ontevreden.
Zij hebben het gevoel niks op te bouwen. Maar dat geldt natuurlijk net zo goed voor u als werkgever.
Met flex bouw je geen duurzame werkrelatie op. Je human capital verdwijnt net zo snel als het aan komt vliegen. En er is ook nog eens een drie keer grotere kans dat die werknemers in de ww belanden. Het regeerakkoord bevat een breed pakket aan maatregelen om de zekerheid op de arbeidsmarkt te herstellen. En een nieuwe balans te vinden Voorbeelden zijn aanpassingen in de Wet Werk en Zekerheid, premiedifferentiatie in de WW, aanpassing van het ontslagrecht, aanpassingen rondom loondoorbetaling, en andere regels voor zelfstandigen.
Daarnaast geeft het hebben van een baan zelf ook zekerheid. Nu hoor ik u denken: nou, dat gaat toch de goede kant op? Het werkloosheidscijfer daalt inderdaad. En ik hoor u ook wel eens morren over personeel, dat maar niet te vinden is, maar ik zeg u: Er zijn 1,3 miljoen mensen in Nederland,
die voor u aan de slag kunnen. Dat is namelijk het onbenut arbeidspotentieel. Mensen met een migrantenachtergrond. Oudere werklozen. Mensen met een arbeidsbeperking. Mensen die in deeltijd werken en meer willen. Zij willen meedoen en verdienen een kans. Maar het is vooral ook een kans voor u! Tot slot creëer je kansen door sociaal te innoveren.
Innoveren gaat namelijk niet alleen over uitvindingen als de gloeilamp. Of wat recenter:
De nieuwste smartphone of 3d-printer.
Geloof het of niet, werknemers betrekken bij technologie en het samen oppakken is óók een uitvinding. Immers, innoveren betekent ook naar nieuwe oplossingen zoeken, die ervoor zorgen dat technologische uitvindingen uiteindelijk écht gaan werken. DSM is zo’n social innovator.
Zij hebben hiervoor in 2013 een award ontvangen. Sociale innovaties leggen geen windeieren.
Of, in vakjargon: sociale innovatie verklaart 75% van het succes van een technologische innovatie.
En bij bedrijven die alleen technologisch innoveren daalt de werkgelegenheid met bijna 6%,
omdat de werknemers onvoldoende zijn opgeleid om technologische vernieuwingen toe te passen.
Maar als je investeert in technologische én sociale innovaties dan komen er gemiddeld acht procent aan banen bij. Ik denk dat daar een mooie kans ligt voor u.
Innoveren is niet meer alleen de uitvinder die solistisch op een zolderkamertje iets nieuws bedenkt.
Innoveren is teamwork. Neem de Duurzaamheidsfabriek. Een voormalig ROC dat tegenwoordig een samenwerkingsverband is tussen bedrijfsleven, overheid en onderwijs. De leerlingen werken hier met elkaar aan de techniek van de toekomst. En ze komen elkaar weer tegen: de MBO’ er en de TU-Delft student. Geen gescheiden werelden dus. Een mooi staaltje van kansen geven aan jongeren,
en een win-win situatie voor alle partijen. Want profiteren van de mogelijkheden die digitalisering biedt, doe je samen.
Niet alleen u als werkgever samen met uw werknemers. Maar met zijn allen: sociale partners en overheid in één team. Wanneer wij gezamenlijk optrekken, is de toekomst van mens en techniek er een van kansen.

Dames en heren,
Voetballer Franz Beckenbauer zei eens: Het is niet de sterkste die wint, maar degene die wint is sterk.
Het lijkt wel of voetballers patent hebben op uitspraken waar je heel lang over na moet denken,
om tot de conclusie te komen dat er ergens iets niet klopt. Al weet je dan niet wat.
Maar in dit geval weet ik het wel. Natuurlijk is degene die wint vaak sterk. Winnen maakt sterk.
Maar voor winst moet je ook een kans krijgen. Dat geldt in de sport, maar ook op de arbeidsmarkt.
Een kans is geen schietgebedje, met hoop op de goede afloop. Kansen kun je creëren, geven en pakken. En daarmee kom ik terug tot de kernvraag vandaag. Die over winnaars en verliezers.
Ik pleit voor het herverdelen van kansen vooraf. Of anders gezegd, in plaats van achteraf compenseren, moeten we vooraf investeren.
Door mensen de kans te geven zich te ontwikkelen
Door ze meer zekerheid te geven.
En door innovatie samen op te pakken, in teamverband. Ook met werknemers.
De verliezers van nu kunnen de winnaars van morgen zijn. Laten we hen ook die kans geven.
Dank u wel!