zondag 23 april 2017

Nieuwe winstbelasting hard nodig'

Nieuwe winstbelasting hard nodig'

21 APR 2017 Willem Vermeend en Rick van der Ploeg

Een hervorming van onze loon- en inkomstenbelasting is een belangrijk onderwerp op de formatietafel. Daarbij spelen twee problemen. Sinds de laatste herziening in 2001 is deze belasting door politieke wensen opgetuigd met een ingewikkeld stelsel van fiscale toeslagen, zoals de zorg- en huurtoeslag en kan nu door de fiscus niet meer goed worden uitgevoerd.
Ook voor belastingbetalers is deze belasting onbegrijpelijk geworden, maar dat wordt bij de aangifte voor een deel opgelost doordat dat de fiscus in het digitale biljet al veel  zelf heeft ingevuld. Een ander probleem is de hoge lastendruk en de onredelijke verdeling over inkomensgroepen. In politiek Den Haag vindt iedereen dat een hervorming noodzakelijk is. Maar over hoe dat moet, heeft iedere partij eigen opvattingen. Bovendien gaat het om politiek gevoelige onderwerpen, zoals de hypotheekrente aftrek, de belastingheffing over vermogens en de verschillende tarieven. Recent heeft ook de Nederlandsche Bank (DNB) gewezen op de noodzaak van een omvangrijke belastinghervorming; het huidige stelsel pakt slecht uit voor de stabiliteit van onze economie. Volgens DNB is het daarom nodig de fiscale prikkels in de inkomstenbelasting die het spaar- en leengedrag van huishoudens stimuleren af te bouwen. Het IMF heeft ook een advies voor Nederland. We zouden  meer btw moeten gaan heffen en deze extra opbrengst moeten gebruiken voor het verlagen van de tarieven in de loon-en inkomstenbelasting.
De onderhandelaars aan de formatietafel kunnen naast de verkiezingsprogramma’s en deze adviezen beschikken over een boekenkast aan hervormingsvoorstellen. De huidige staatssecretaris van Financiën Erik Wiebes, heeft daarvan  gebruik gemaakt toen hij in 2015 een poging deed om een belastinghervorming te realiseren. Ondanks de zak met geld van 5 miljard die hij meebracht, mislukte dat. De standpunten en wensen van de politieke partijen lagen te ver uiteen.

Een simpeler stelsel kost geld

Op basis van onze eigen ervaringen met de belastingherziening 2001 weten wij dat vereenvoudigingen leiden tot het afschaffen van fiscale voordelen voor bepaalde inkomensgroepen en tot negatieve inkomenseffecten en discussies in de Twee Kamer over het repareren van dit koopkrachtverlies. Bovendien heeft elke politieke partij één of meer favoriete fiscale toeslagen of aftrekposten waarover niet valt te praten. Als we kijken naar de huidige verkiezingsprogramma’s dan achten wij een brede belastinghervorming om twee redenen uitgesloten. De opvattingen tussen partijen lopen veel te ver uit elkaar en er is te weinig geld beschikbaar om deze verschillen weg te masseren. Wij hebben wel eens uitgerekend dat je voor een brede hervorming ten minste 10 miljard aan ‘smeergeld’ nodig hebt. En dat is er niet.

Tegenvallers

Aan de formatietafel is inmiddels duidelijk geworden dat het geraamde begrotingsoverschot aan het einde van het nieuwe kabinet niet de verwachte circa 11 miljard voor het doen van ‘leuke’ uitgaven zal opleveren, maar fors minder. In een eerder column hebben wij er al op gewezen dat Nederland rekening moet houden met tegenvallers waardoor onze groei lager zal uitvallen. Daarbij gaat het onder meer om de negatieve effecten van minder vrijhandel in de wereld, Brexit, meer (belasting)concurrentie en rente-ontwikkelingen. Het verwachte overschot zal daardoor snel wegsmelten. Het nieuwe kabinet doet er daarom verstandig aan een begrotingsbuffer aan te houden van bijvoorbeeld 4 miljard. De onderhandelaars moeten dan ook geen tijd besteden aan een kansloze brede belastingherziening waarvoor geen geld is en die leidt tot maatschappelijke en politieke onrust. Wat wel kan, is met een aantal fiscaal-technische verbeteringen het stelsel op onderdelen te vereenvoudigen. Voostellen zijn te vinden in het boek van Leo Stevens en Arjan Lejour, “Geloofwaardig belasting heffen”.

Een simpele winstbelasting

Een nieuw kabinet kan zich beter richten op lagere lasten voor werkgevers, lage en middeninkomens en een snelle hervorming van de winstbelasting. Die is dringend nodig. De afgelopen jaren is er sprake geweest van een toenemende belastingconcurrentie tussen landen binnen en buiten Europa. Veel landen hebben hun winstbelastingtarief fors verlaagd om te voorkomen dat hun bedrijven zouden vertrekken naar landen met lagere tarieven, maar ook om buitenlandse ondernemingen aan te trekken. In het kader van deze concurrentie worden ook ander voordelen aangeboden, zoals belastingrulings, (fiscale) subsidies voor het stimuleren van innovaties, lage belastingtarieven voor technische experts en management. De verwachting is dat deze concurrentie nog zal toenemen. De praktijk laat zien dat internationale afspraken en pogingen van de Europese Commissie om de race to the bottom bij de winstbelasting te stoppen, weinig hebben opgeleverd. De kans dat het de komende jaren wel gaat lukken is klein. Zo heeft het VK in het kader van Brexit al gedreigd met een verlaging van de winstbelasting richting 10% en ook de Amerikaanse president Trump heeft tijdens zijn campagne een tarief van 15% voor het bedrijfsleven beloofd.

Digitalisering

Door deze ontwikkelingen wordt Nederland met zijn vennootschapsbelasting van 25% hard geraakt. Hoewel ook ander factoren (opleidingsniveau beroepsbevolking, lid EU, culturele aspecten, goede scholen, veiligheid, digitalisering, loonkosten) een belangrijke rol spelen, leert de praktijk dat ondernemers gevoelig zijn voor belastingen over hun winst. Ze zullen bij de keuze van hun vestigingsplaats al deze factoren meewegen, maar als ze hier 25% moeten betalen en in het VK bijvoorbeeld 10% dan is de kans groot dat de (nieuwe) vestigingsplaats, ook na Brexit, het VK wordt.
Om te voorkomen dat Nederlandse bedrijven naar het buitenland vertrekken en er in ons land minder start-ups worden opgericht, moet ons winstbelastingtarief omlaag. Anders gaan we veel banen verliezen. Voor Nederland is de beste oplossing een eenvoudige vennootschapsbelasting met een vast tarief van bijvoorbeeld 15%, waarbij alle aftrekposten en bijzondere fiscale regelingen, waaronder die voor ‘brievenbussen’ zijn geschrapt. Deze vennootschapsbelasting wordt mede vormgegeven in een zogenoemde blockchain en digitaal uitgevoerd. De tariefsverlaging kan, zoveel mogelijk budgettair neutraal, worden gefinancierd uit de opbrengsten die het schrappen oplevert en met een in te voeren CO2-heffing die GroenLinks graag wil. De voordelen voor ons land zijn groot. Nederland heeft dan de simpelste winstbelasting van de EU, tegelijk een belasting die minder vatbaar is voor belastingontwijking en ook minder last met Brussel oplevert.